1550 maart 21

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo nono

Franciscus vander Cammen en Willelmus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Johannes de Craendonck, aan Johannes Bolant, zoon van wijlen Johannes, schrijnwerker, had overgedragen het huis en erf dat vroeger was van Lambertus, zoon van Rodolphus de Tephelen, aan het einde van de Orthenstraat naast de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde en dat vervolgens Johannes de Craendonc aan dezelfde Johannes, als eigenaar van dit huis en erf, had overgedragen zijn gebruiksrecht van een zeker pad aan de overzijde van de weg dat hem toebehoorde als eigenaar van een kamer achter die kapel tussen een onbebouwd stuk erfgoed van de kapel aan een zijde en een erfgoed, dat vroeger was van Willelmus Pieckevet, nu van dezelfde Johannes. Henrica, weduwe van Johannes Bolant, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft overgedragen aan Rutgerus, zoon van Johannes en Henrica, Thomas Boest, zoon van wijlen Rutgerus, als wettige echtgenoot van Deliana, Woltherus, zoon van wijlen Woltherus Loyen, als wettige echtgenoot van Elysabeth, dochters van Johannes en Henrica.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1455

1550 maart 21

anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo nono

Franciscus vander Cammen en Willelmus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Johannes de Craendonck aan Johannes Bolant, schrijnwerker, zoon van wijlen Johannes, had overgedragen het huis en erf die vroeger van Lambertus, zoon van Rodolphus de Tephelen, waren aan het einde van de Orthenstraat naast de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde en dat vervolgens Johannes de Craendonck aan Johannes Bolant, als eigenaar van dat huis en erf, het gebruiksrecht van een zeker pad aan de overzijde van de weg, die aan Johannes, als eigenaar van een kamer toebehoorde, achter die kapel tussen een onbebouwd stuk grond dat aan de kapel toebehoort aan een zijde en het erfgoed dat vroeger was van Willelmus Pieckevet, nu van Johannes, zoon van Johannes de Craendonck, aan de andere zijde. En dat vervolgens Henrica, weduwe van Johannes Bolant, aan Rutgerus, zoon van Johannes en Henrica, aan Thomas Boest, zoon van wijlen Rutgerus, als echtgenoot van Delyana, en aan Woltherus, zoon van wijlen Wolterus Loyen, als echtgenoot van Elysabeth, dochters van Johannes en Henrica, had overgedragen haar vruchtgebruik in een huis, erf en een zeker pad. Rutgerus en Thomas zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Wolterus, als echtgenoot van Elyzabeth, gegeven 2/3 deel die aan Rutgrus en aan Deliana in dat huis, erf en gebruiksrecht toebehoorden tegen betaling van de volgende bedragen:
  1. een grondcijns van 1½ stuiver aan de hertog,
  2. een erfcijns van 1 £ aan Rodolphus de Eyck,
  3. een erfcijns van 2 £ aan de huisarmen van het einde van de Orthenstraat,
  4. een erfcijns van 10 schelling aan de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch,
  5. een afkoopbare cijns van 3 carolusgulden aan heer Johannes Lamberti van Middelroye, priester, na de dood van Henrica,
  6. een lijfrente van 10 carolusgulden aan Henrica, de helft te betalen op Kerstmis en de andere helft op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper, en waarvan de eerstvolgende betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende laatst genoemde feest.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1697

1550 maart 21

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande.
Er zijn de volgende verschillen:
  1. Het perkament zelf is kleiner.
  2. Dorsaal: a) Henrica relicta quondam Johannis Bolant, b) Jan Janssen.
  3. Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1698

1550 juli 12

Franciscus vander Cammen en Willellmus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, Andreas en Johannes, broers, kinderen van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Gerardus de Arckel, namens zich zelf en namens Jacobus de Uden, Theodericus en magister Gerardus de Gorop, Johannes, als gemachtigden van Henricus Anthonii de Waelwyck, echtgenoot van Gertrudis de Arkel, aan Elysabeth, dochter van Gerardus de Arckel, weduwe van Franciscus Johannis de Lyesvelt, overgedragen hebben 4/5 deel dat zij, Henricus en Geertrudis bezaten in een:
  1. erfcijns van 4 £ uit een huis, en erf met een zekere aangrenzende kamer in de Kerkstraat op de hoek tussen het erfgoed van Thomas Lantmeter aan een zijde en de Thorenstraet aan de andere zijde, welke hele cijns Andreas Gerardi de Arckel van frater Cornelius de Rycke, prior van het Roeden Clooster van de orde van Sint-Augustinus in het Zoniënwoud bij Brussel verkregen had,
  2. erfcijns van 10 gulden uit een huis, erf en hof in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Petrus Nagel de Eyndoven en een straatje aan een zijde en het erfgoed van Henricus Bloeyman en een straatje aan de andere zijde, welke gehele cijns Andreas van frater Cornelius verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1075

1550 augustus 13

Franciscus vander Cammen en Willelmus die Borchgreve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willebrordus, zoon van wijlen Theodericus vanden Hoeven, als wettige echtgenoot van Katherina, dochter van Johannes Jacobi de Lyesvelt, aan Yda, wettige vrouw van Johannes de Strype, zoon van wijlen Godefridus de Strype, ten gunste van Johannes, haar man, verkocht heeft een erfcijns van 6 carolus gulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf het eerstvolgende feest van Maria ten Hemelopneming uit het derde deel van 2 stukken grond, een gedeelte akkers, een gedeelte weiden, in totaal 8 lopenzaat groot, in de parochie Oirschot in de pastorie van het kerkhof op de plaats De Moesbroecken tussen het erfgoed van Johannes de Verwer aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes de Vlierden met als lasten een grondcijns van 1 oude groot aan de hertog en een erfcijns van 2 guldens aan Henricus Arnoldi uit die 2 gehele stukken grond. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 100 karolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde echter dat de verkoper Johannes deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1076

1550 december 2

Franciscus de Balen en Egidius de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Albertus, zoon van wijlen Henricus Aben, aan Franciscus Vuchts, zoon van wijlen Petrus Vuchts, verkocht heeft een erfcijns van 6 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Sint-Barbara na het verstrijken van een jaar uit de volgende goederen:
  1. huis, erf, hof, schaapsstal en wederzijds aangrenzende erfgoederen, in totaal 10 lopenzaat groot, in de parochie Tilborch in de Commerstrate tussen het erfgoed van Johannes de Roy en de erfgenamen van wijlen Cornelius Johannis en Anna, diens echtgenote, aan een zijde en tussen het erfgoed van die erfgenamen en het overige erfgoed van de verkoper aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de persoon van Tilborch tot die straat,
  2. een stuk akker, 3 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Lucas de Amersoyen aan een zijde en het erfgoed van die erfgenamen en een (hooiland ?) "Schouts Waterlaet" aan de andere zijde, zich uitstrekkend tot aan de koningsweg.
  3. een klein stuk weide, 3 lopenzaat groot, tussen het erfgoed van die persoon aan een zijde en een einde en die weg aan de andere zijde zich uitstrekkend met het andere einde tot aan het erfgoed van Johannes de Bruyn,
  4. een akker, 1 zester groot, op de plaats Loeven Acker op het einde van de Moelenstrate tussen het erfgoed van Nycolaus Boot aan een zijde en het erfgoed van Ghysbertus Willelmi Ghysberti aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de erfgenamen van Lucas de Amersoyen tot aan het erfgoed van die persoon.
Deze goederen zijn belast met de volgende verplichtingen:
  1. een grondcijns van 1 stuiver min 1 obel aan de erfgenamen van Lucas,
  2. een grondcijns van ½ stuiver aan de Heer van Tilborch,
  3. een erfpacht van 1 mud rogge, deels aan de Tafel van de Heilige Geest in Tilborch, deels aan Wolterus Ghysberti,
  4. een erfpacht van 14 vadzaten rogge aan Johannes Laurentii Sgreven.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: De akte is ongeldig gemaakt.
Nummer: 1699

1550 december 9

Henricus Kuijst, zoon van Gerardus, en Henricus de Eynhouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Daniel, zoon van wijlen Anthonius Ghijsbertssen, aan Johannes, zoon van wijlen Henricus de Herlaer, als deken van de Sint-Jacopskapel, ten gunste van die kapel verkocht heeft een erfcijns van 10 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op het eerstvolgende feest van Sint-Petrus Banden uit het huis, en erf met zijn rechten en afhankelijke goederen, Inde Gulde Croen, bij de Markt onder de slecht onderhouden kamers tussen het erfgoed van Judocus de Oerle aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Geffen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Markt tot aan het erfgoed van Johannes IJsebrants met als lasten een erfcijns van 8 gulden en 5 stuivers aan Joannes Goyaertssen en een erfcijns van 14 £ aan de scholaster in Oirschot. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 200 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde dat Daniel deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1077

1550 december 9

  1. Daniel filius Anthonij Ghijsbertssoen leg. et her. vendidit Johanni filio quondam Henrici de Herlaer tamquam decano ...
  2. sacelli ... Jacobi ... ad opus fabrice eiusdem sacelli a.
  3. et h.c. decem ... carolus gulden ...
  4. et pro
  5. primo solutionis termino in festo beati Petri apostoli ad Vincula proxime futuro ... ex domo et area cum suis iuribus et attinetijs
  6. ... Inde Gulde Croen ... apud communem forum sub curtis cameris inter her Iudoci de Oerle e.u.l. et inter
  7. her. Johannis de Geffen e.a.l. tendendum a communi foro seu platea ad her. Johannis IJsebrants ...
  8. fabrice deponet omnino. Exceptis h.c. 8 flor. et 5 stuf. Johanni Goyaertssoen h.
  9. c. 10 flor. dicto sacello et h.c. 14 £ ...
  10. scholastrie in Oirschot prius ...
  11. solvendos ...
  12. Tali conditione annexa quod dictus Daniel dictum censum 10 car. gul. redimere poterit perpetue
  13. ... mediante ducentis ... carolus gulden ...
  14. et cum censu anni redemptionis et arrestadijs ... de censu
  15. predicto Salvo quod dictus Daniel huiusmodi redemptionem per medium annum patrono seu alicui decanorum ...
  16. preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis Henricus Kuijst filius Gerardi et Henricus
  17. de Eynhouts. Datum 9 dec. 1550.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1077

1551 januari 5

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo

Franciscus de Balen en Egidius de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Franciscus, zoon van wijlen Johannes, zoon van wijlen Theodericus Spyker, als wettige echtgenoot van Petra, dochter van magister Johannes Darkennes en wijlen Mechteldis, diens vrouw, dochter van wijlen Cornelius Coelborner, aan Mechteldis, dochter van magister Johannes en wijlen Mechteldis, heeft overgedragen een erfcijns van 3 rynsgulden uit een huis, erf en hof in de Verwerstraet tussen het erfgoed van magister Symonis de Couderborch aan een zijde en het erfgoed van Petrus die Brouwer aan de andere zijde, welke cijns magister Arnoldus Coelborner, zoon van wijlen Cornelius, van Gerardus, zoon van wijlen Adrianus de Rotterammis, als wettige echtgenoot van Katherina, dochter van wijlen Lambertus die Rode, gekocht had en welke cijns Franciscus als wettige echtgenoot van Petra, bij een erfdeling samen met de achterstallige bedragen van het laatste jaar had afgestaan. Het recht op terugkoop van deze cijns blijft echter van kracht.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1078

1551 januari 30

Anthonis Denys Meynaertssen en Adriaen Jan Peter Ghyben, schepenen in Tilborch en Goede, oorkonden dat Jacob, zoon van wijlen Henrick Sberen, als wettige man van Jenneken, dochter van wijlen Cornelis Heymericks, aan Aelberecht, zoon van wijlen Henrick Aben, verkocht heeft een stuk land, 3 lopenzaat en 8 roeden min 3 voeten groot, in de parochie Tilborch In Loven Acker tussen het erfgoed van Aelberecht aan een zijde en een einde en burenweg aan de andere zijde en met het andere einde aan de heerbaan.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1079

1551 april 25

Rodolphus die Bever en Jheronimus Wynants, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van Laurentius, Arnts soen de Tongerloe, aan heer en magister Henricus Loekemans, priester, en aan Franciscus Bogart, zoon van wijlen Lambertus, als executeurs van het testament van wijlen Judocus, zoon van wijlen Lambertus van den Put, verkocht heeft ten gunste van 8 preken elk jaar in het heiligdom van Sint-Jacob, te houden door een van de kapelaans van de Sint-Jan, een erfcijns van 3 karolus gulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de zalige Marcus, Evangelist, na het verstrijken van 1 jaar uit een huis, erf, hof en een zekere kamer met zijn achter aangrenzende grond in een zekere straat achter het heligdom van Sint-Pieter tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van wijlen Cristianus, Lucas soen, aan een zijde en het erfgoed van Henricus die Visscher aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Petrus de Houtappel, welk erfgoed belast is met de volgende verplichtingen:
  1. een grondcijns van 1 braspenning aan de keizer, als hertog,
  2. een erfcijns van 2 gulden (ruimte is opengelaten !)
  3. een erfcijns van 3 gulden aan het convent van de clarissen in Den Bosch,
  4. een erfcijns van 17½ stuivers aan het kapittel van Den Bosch,
die daar eerder uit betaald moesten worden. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat der verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag ineens van 55 carolus gulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen, maar de verkoper moet deze terugkoop een half jaar tevoren aan de bestuurders van die kapel aankondigen.
Dorsaal:
  1. Van Joesten vande XIII inde palmboem.
  2. Dit pont is opgewonnen ende by verbuet aende parochie van Sint Jacop gebleven.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1142

1551 juli 10

Otto van Asperen md van Vuern en Roloff van Oyft, Gerits soen, schepenen in Tuyell, oorkonden dat Matheus, Jans soen, voor 100 pont verkocht heeft 1 morgen land in het gericht van Hiern, genaamd Boesichem Hoick in die Hegstraet aan een zijde Lantgr. Erve Gysbert van Boesckom off wie met recht Lantgr mach syn, welke morgen land is belast met een (niet gespecificeerde) cijns aan Joanna, weduwe van Gysbert. Matheus mag dit land terugkopen op het feest van de Geboorte van Johannes de Doper na 6 jaar en hij zal deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1080

1551 juli 21

Laurentius Pelgrum en Jeronimus Wynants, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Johannes de Achel en Jordanus de Boirt, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1491 mei 23 gevidimeerd hebben.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte op die datum.
Nummer: 1175

1551 november 16

Henricus de Eyndhoutz en Johannes Pynappel, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Florentius, zoon van wijlen Florentius de Cort, aan Henricus de Uden, zoon van wijlen Lambertus, Aernts soen, de Uden overgedragen heeft een erfcijns van 3 carolusgulden die Daniel, zoon van wijlen Weygerganck, verschuldigd was aan Willelmus, zoon van Daniel en van wijlen Margareta, vrouw van Daniel, uit:
  1. een zeker erfgoed met zijn gebouwen,
  2. een stukje erfgoed achter dat zelfde erfgoed in de Hynthamerstraat over de brug van wijlen Heer Gerlacus de Busco, ridder, tussen het erfgoed magister Arnoldus Buck, chirurg, aan een zijde en het erfgoed van Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes vanden Hoevel, zoon van wijlen Johannes Zeris, aan de andere zijde,
  3. de helft van de tussenwand tussen het eerstgenoemde erfgoed en het overige erfgoed van Johannes vanden Hoevel,
  4. het gebruiksrecht van een zeker riool dat op dat stukje erfgoed ligt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1456

1552 april 21

Claes Thonis, Lambrecht vanden Cruyscoet, Willem Stayecker, Marcelis Colen, Dirick Thomaessen van Zon, Henrick van Royecker en Claes Aert Henricksen, schepenen in Aerle, oorkonden dat Henrick Janssen vanden Laer aan Symon Jan Symonssen heeft verkocht een stuk land met een heideveld daaraan gelegen in de parochie Aerle op de plaats In Die Heell naast het erfgoed van Jan Lemmens en meerdere anderen, zich uitstrekkend tot aan de gemene gronden en het erfgoed van Onser Lieven Vrouwen van Tshertogenboss.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1457

1552 mei 2

in loco nostro capitulari

Deken en het kapittel van de Sint-Jan vragen aan de bisschop van Utrecht of aan zijn plaatsvervanger in pontificalibus om Wilhelmus Peregrini, clericus van het bisdom Leodium, en rector van het Sint-Petrusaltaar aan het oxaal in de Sint-Jan, student aan de universiteit van Keulen, die van een beneficie is voorzien, het acolytaat toe te dienen en tot subddiaken, diaken en priester te wijden. Net als getuigen: heer Adrianus vander Hommelheze de Dynther, priester en Alardus Spyker, bastionarius van de Sint-Jan.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1081

1552 oktober 17

Peter van Os en Jan vanden Water, schepenen in Shertogenbossche, oorkonden dat Peter, zoon van wijlen Aernt, Emonts soen, verkocht heeft aan Henrick van Stiphout en Jan van Heerlaer, Henricks soen, als provisoren van de Sint-Jacobskapel ten gunste van 9 preken elk jaar te houden door 1 van de kapelaans van de Sint-Jan een erfcijns van 3 carolusgulden en 3 stuiver, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het feest van Sint-Lucas over een jaar uit een huis, erf en onbebouwd stuk grond achter de Tolbrug tussen het erfgoed van Anthonis, zoon van wijlen Henric Luenissen aan een zijde en het erfgoed van Jenneken, weduwe van Willem van Weerdt, en haar kinderen aan de andere zijde, zich uitstrekkende van de Tolbrugstraet tot aan het erfgoed van Anthonis. Van deze cijns moet betaald worden:
  1. de grondcijns van 2 stuivers en 3 oirt aan de keizer, als hertog van Brabant,
  2. een erfcijns van 7½ carolusgulden aan (ruimte is opengelaten !),
  3. een erfcijns van 4 gulden aan het kapittel van de Sint-Jan.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag ineens van 52½ carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen maar hij moet deze terugkoop een half jaar tevoren aan de provisoren van de kapel aankondigen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1143

1553 februari 7

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesmo secundo

Willelmus de Borchgreve en Petrus de Os, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ae(l)bertus, zoon van wijlen Henricus, Aelberts soen, aan Franciscus Vuchts, zoon van wijlen Petrus Jans Vuchts verkocht heeft een erfcijns van 3 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis uit een huis, erf, schuur, schaapskooi, hun grond, hof en een stuk land, 20 lopenzaat groot, in de parochie Tilborch in de Commerstraet tussen het erfgoed van de persoon van Tilborch aan een zijde en het erfgoed van dezelfde persoon aan de andere zijde en een einde, zich met het andere einde uitstrekkend tot aan het erfgoed van Johannes de Bruijn, welke goederen bezwaard zijn met de volgende verplichtingen:
  1. grondcijns van ½ stuiver aan de Heer van Tilborch,
  2. een erfpacht van 1 mud rogge aan de Tafel van de Heilige Geest in Tilborch,
  3. een erfpacht van 13 lopen rogge aan Johannes, Laureijns soen, die verblijft in Hilvarenbeek.
De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag van 50 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1458

1553 februari 7

  1. Ae(l)bertus, filius quondam Henrici Aelbertssen leg. et her. vendidit Francisco Vuchts, filio quondam Petri Jans
  2. Vuchts a. et h.c. 3 carolus gulden ...
  3. et pro primo sol.
  4. termino in festo Pur. proxime futuro ...
  5. ex
  6. domo, area, horreo, ovili (= schaapskooi), eorum fundis, orto ac petia terre 20 lopinatis terre ...
  7. in parochia de Tilborch in ... die Commerstraet inter her. personatus de Tilborch
  8. e.u.l. et inter her. eiusdem personatus e.a.l. et fine uno, tendente cum reliquo fine ad her.
  9. Johannis de Bruijn ...
  10. deponet omnino exceptis censu fundi, ½ stuferi Domino de Tilborch, h.p.
  11. unius maldri sil. Mense Sancti Spiritus in Tilborch et h. p. 13 lopinotis
  12. sil. Johanni Laureijnssoen, moranti in Hilvarenbeeck ...
  13. Tali conditione annexa quod dictus venditor dictum c. 3 fl. redimere
  14. poterit perpetue ... cum et mediante 50 carolus gulden ...
  15. et cum censu anni redemptionis et arrestadijs ...
  16. Salvo quod idem venditor huiusmodi redemptionem per
  17. medium annum prefato emptori leg. preintimabit. Testes ... scabini in Busco-
  18. ducis Willelmus de Borchgreve et Petrus de Os. Datum septima die mensis februarij
  19. Anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1458

1553 mei 8

Roloff van Eyck en Jan vanden Water, schepenen in Tshartogenbossche, oorkonden dat Peter Henricssoen die Greve en Floris Florissoen die Cort beide eigenaren van een huis, erf en achterhuis in de Kercstraet hebben de volgende overeenkomst gemaakt:
  1. Floris en de latere bezitters van het huis van Floris zullen verplicht zijn al het regenwater dat komt van het achterhuis van Floris in de plaats van Peter en ook alle regenwater, behalve slijk of drek, dat komt van het erf van Peter langs de scheidsmuur tussen beide erven afleiden door een gat in de muur, een halve voet breed en een halve voet hoog op kosten van Peter,
  2. Peter zal in de onbebouwde grond achter het huis van Floris en vlakbij de put daar graszoden steken tussen het huis van voornoemde Floris en het huis van Katherynen, dochter van wijlen Diricx Pelgrom, en daar aanleggen een overwelfde stenen groot die hij en latere bezitters van zijn huis op hun kosten zullen onderhouden.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1082

1553 mei 8

  1. Peter Henricssoen die Greve als proprietaris ... huyse erve ende afterhuyse ter eenre ende Floris
  2. Florissoen die Cort als proprietaris ... huyse, erve ende afterhuyse ter andere zyden beyde
  3. die huysen staende ... inde Kercstraet hebben openbaerlyck bekent onderlinge gemaect
  4. te hebben zekere voerwaerden ... van hueren beyden huysen ende erven voirseyde in manieren hyer
  5. nae bescreven als te wetene dat die voirseyde Floris oft zyn naecommelinghen des huys Florissens voirseyde zal
  6. oft zullen schuldich zyn die regenwateren ... vallende vanden afterhuyse des voirseyde
  7. Florissens indie plaetsse Peters ... ende oock allen regenwateren ... comende vanden erve
  8. Peters voirseyde behalven slyck oft dreck ... te leyden lancks die
  9. heymuer tusschen hueren beyden erven staende duer die zelve heymuere duer eenen gate inder selver
  10. heymuer eenen voet breet ende eenen halven voet hoech op den coste des voirseyde Peters ende dat duer
  11. onder ende over die ledighe plaetsse staende after den huyse Florissens voirseyde ende tusschen eenen
  12. put staende aldaer te weten eenen hamervoet vanden put voirseyde ter zoyen oft wende toe staende
  13. tussen den huyse Florissens voirseyde ende den huyse Katharynen dochter wylen Diricx Pelgrom ende
  14. dat ter Kercstraten waertuuijt sonder schade Florissens voirseyde des zal die selve Peter schuldich
  15. zyn te leggene onder die ledighe plaetsse Florissens voirseyde eenen overwuifde steenen goete daer
  16. die welcke de wateren voirseyde lopen sullen ende ten euwighen daeghen te onderhouden op zyns Peters
  17. oft zyn Peters huys proprietaris coste ... zonder schade Florissens oft zyn nacomelingen
  18. voirseyde ter zynen oft wende toe boven gescreven lopende ter Kerckstraten waert uuyt alle
  19. welcke voerwaerden voirseyde hebben ...
  20. Getuygen ... Tshar-
Nummer: 1082

1553 mei 19

Schepenen in 's-Bosch oorkonden, dat prior Symon Hels, supprior Jan van Beeck en procurator Willem van Hese van het Kruisbroedersklooster te 's-Bosch namens hun convent hebben overgedragen aan mr. Frans van Uden, priester, z.v.w. Henric van Uden, een cijns van 11 Kar.gld. uit een huis o.a. gelegen ter plaatse "achter de Mandemaker, genaemt het Roothuys", welke cijns Aert z.v.w. Jan Thomass als man van Agnes d.v.w. Willem Aelberts Ketheler, aan Jan de Wolff, kerkmeester van St.Jan, verkocht had vlg. schepenbrief van 27 nov. 1549. De conditie in deze schepenbrief betreff. het betalen van 27 st. aan de kerkmeesters van St.Jan en van 5 st. aan de wasmeester van 't St.Joostaltaar is vervallen, aangezien er andere condities voor in de plaats komen, waaromtrent Frans van Uden, Willem Pijnappel en mr. Goeswijn v.d. Stegen, kerkmeesters, en Geerlinck Aertss. als oudste wasmeester van het altaar tegenover de schepenen hun toestemming hebben gegeven. Hierna heeft Frans van Uden 10 Kar.gld. van de 11 aan de kerkmeesters Pijnappel en van de Stegen voor de 15 st. rente van de 11 gld. en nog 15 st. tenbehoeve v. Aerts, de oudste wasmeester van het St.Joostaltaar, waar (het beeld van) St.Adriaan op staat, voor hun moeite en toezicht ten eigen bate gegeven. Dit alles ter zake van een wekelijkse Mis op voorn. altaar, welke mis de Kruisbroeders op zich genomen hebben voor de ziel van Agnes d.v.w. Gerart die Luwe, van Henric van Uden en juffr. Adriaenken, zijn vrouw, d.v.w Roelof die Bever, en hun kinderen "in ende tot laeffeniase ende refrigerie van den sielen der zelver" onder de volg. voorwaarden: de Mis moet gelezen worden des woensdags tussen 7 en 8 uur van Pasen tot Kuisverheffing, en van Kruiverheffing tot Pasen tussen 8 en 9 uur. Onder die mis te lezen epistel en evangelie van de woensdag van de week "ut in libro Leodiensi habetur" en niet van de voorgaande zondag; en op woensdag onder 't oktaaf van Sacram.dag de Mis van het H.Sacram. met de hele Lauda Sion "ut in Missali Leodiensi" en niet van de dag; en op de woensdagen, die men als heiligendag viert, de mis v.a. heiligendag met de sequentie, die in 't Luikse missal staat op die dag, en op de Allerzielendagen, verordend in de kerk van St.Jan, die jaarlijks 3x op verschillende maandagen vallen, alsdan niet op woensdag, maar op de Allerz.dag en dan de mis van Allerz. lezen met de sequentie uit 't L.missaaal, beginnende met De profundis exclamantes etc.; en op de heiligendagen en de allerzielendagen. pas beginnen na de preek, en de priester, die de mis doet, zal in alle missen als laatste collecte bidden 't gebed voor levenden en overledenen: Omnipotens semp. Deus, qui vivorum dominaris simul et mortuorum. Hierna uitvoerige clausules en sancties voor 't geval de Mis gelezen zou worden. Verder is overeengekomen, dat Frans van Uden ten eeuwigen dage aan de pilaar van het St.Joostaltaar een bord met ijzeren ketting of haak, waarop de bepaligen betr. de weekmis, mag laten hangen; of als hij dat wenst, zelf of door 'n ander (zelfs na zijn dood) aen koperen plaat met ijzerwerk of gegoten lood met de bepalingen mag laten maken en die metselen in een van de pilaren van de kerkmuren en dat onder 't glas van het altaar aan de kant van het graf van kanunnik: Roelof die Vries, en dit alles zonder kosten voor de kerk. Verder hebben de kerkmeesters goedgevonden, dat in het kerkmeestersboek 'n copie van de overeenkomst wordt opgenomen en bij vernieuwing van het boek opnieuw opnemen. Verder weer uitvoerige uiteenzetting i.v.m. mogelijke niet-nakoming van het bepaalde over 't bord en de inschrijving. Ten slotte ontvangen de kruisbroeders van Frans van Uden 20 Kar.gld. om daarvoor 'n rente te kopen groot genoeg om 't bord te onderhouden en de copie in het kerkmrsboek te vernieuwen op conditie dat ze jaarlijks aan de 3 dekens van St.Joost en de jongste wasmeester 4 st. betalen, die ze gelijkelijk moeten delen voor 't toezichthouden.
Nummer: 1856

1553 mei 19

  1. Wy Willem die Borchgreve ende Bartholomeus Loeff, scepenen in Shertoigenbossche, doen condt ... dat opten dach van huyden ... voor ons gecompareert zyn geweest in propre persoone heeren ende bruederen Sijmon Hels, prior, Jan van Beeck, supprior, ende Willem van
  2. Hese als procurator des convents vanden cruijsbruederen ... bynnen der voirseyde stadt soo voor hen selven ende mede inden name anderen conventualen des voirseyde convents ... ende
  3. hen sterck hebben gemaect eenen jaerlycken ende erffelycken chyns van 11 carolus gulden ...
  4. uuijt eenen huijse, erve, hoove ende achterhuijse ... achter de Mandemakers genoempt het Roothuys tusschen erffenisse heeren Cornelissoen die Raet deen zyde ennde tusschen den erffenisse der wedue wijlen Goessens haren gever aende haeren
  5. kynderen aen dander zyde welcken chijns Aert, zoon wijlen Jans Thomassoen, als man ... van Agneten, zynre huijsvrouwen, dochter wijlen Willems Aelberts Ketheler, Janne de Wolff, kerckmeester der kercken van sunt Johan ... tot behoeff
  6. des voirseyde convents erffelick hadde vercoft ... 27 nov. 1549 hebben
  7. zij wittelijcken ende erffelycken opgedragen ... heeren ende meester France van Uden, priester, soen wylen Henricx van Uden ...
  8. Geloovende de voornoemde conventualen ...
  9. den selven heeren ende meesteren Franco aff te doen ghelicken behoudelick ende
  10. gereserveert den voirseyde Aernde syn in acht te moigen lossen de voirseyde rente nae te meer van Scepenenbrieven daer aff geexpedieert well verstaende dat de conditien inden voorseyde brieven begrepen als dat de procurator ten tyde des voirseyde convents vanden chyns boven geruert uuytreycken ende
  11. betalen soude den kerckmeesters der kercke voirscreven 15 stuvers ... ende 5 ... stuvers den alsten wasmeester. Des altaer van sunt Joost staende inder kercken van sunt Johan sall doot ende te nyente zyn ende blyven. Overmids zekere andere conditien ende
  12. ... in desen begrepen gelyck den voornoemde heer ende meester Frans van Uden, Willem Pijnappel ende meester Goeswijn vander Stegen als kerckmeesters der voirscreven kercken ende Geerlinck Aertssoen als outste wasmeester des altairs voorseyde insgelycx voor ons scepenen
  13. voorseyde in propre persoonen comparerende voor hen ende voir huere navolgers bekent ende geconsenteert hebben gehadt. Dwelck geschiet zynde zoo heeft de voornoemde meester Frans van Uden 10 car. gulden jaerlicx ende erffelicx chijns vanden voirseyde chijns van 11 gulden den voirseyde
  14. Willeme Pijnappel ende meesteren Goeswynen vander Stegen als meesters ende rectoers der fabrijcken der kerken van Sunt Johan ... to behoeff der selver fabrycken tot desen 15 stuvers a. et h.c. vanden chyns van elff gulden ... tot behoeff
  15. vanden voorn. kerckmeesters ende allen anderen kerckmeesters der voirseyde kercken nae hen ... Item noch 5 stuivers erffchyns vanden voirseyde chyns tot behoeff vanden voirseyde Geerlinge als outste wasmeester vanden altaer van Sint Joost ... daer Sunte Adriaen op staet ende
  16. ne hem zyne navolgers als alste wasmeesters desselfs altaers wesende. Ende dat voir hen moeten arbeyt ende toesicht hier nae gespecificeert als tot hen eygen bate ... geappliceert te worddene wittelyck ende erffelyck opgedraigen ... dsamen
  17. metten voorseyde brieve ... Geloovende die voernoemde heer ende meester Frans ...
  18. aff te doen gehelycken behouden ende
  19. gereserveert den voirnoemde Aerde syn macht als voore de voorseyde rente te redimeren ende lossen ende dit allet ter cause van eender euwige weckmisse opten altaer voirseyde... te doen welcke weckmisse die conventualen voirnoemt soo voor hen selver ende
  20. allen anderen conventualen ... aengenomen hebben te celebreren ende te doen celebreren voir de siele van Jonffrouwe Agneten, dochter wijlen Gerarts die Luwe, des voirseyde Henricx van Uden ende Jonffrouwe Adriaen syn huijsfrou-
  21. we dochter wijlen Roeloff die Bever ende huere kynderen ende in ende tot laeffenisse ... vanden sielen der zelver. Onder conditien hiernae verclert te wetene Des woonsdachs tusschen seven ende acht uren ende dat vanden hoichtyde
  22. van Paesschen aff tot den hoictyde der verheffinge des heijligen cruys toe ende van (14 sept.) tot Pasen tusschen acht ende negen uren ende sullen schuldich zijn inder selver missen te
  23. lesene oft te doen lesene den epistole ende evangelie vande woensdaech vander weecken ut in Libro Leodiensii habetur ende nyet vande voergaende sondach. Ende opten woensdach comende bynnen der Octaven vander Erwerdigen Heyligen Sacrament
  24. alsdan te lesen oft te doen lesene die misse vanden Eerwerdigen Heijligen Sacrament metter geheele sequentien Lauda Sion Salvatoris ... ut in missali Leodiensi nijet van, dien daige. Ende opte woensdaige heylige daigen wesende diemen viert te lesene
  25. oft te doen lesen die misse vandien heyligen daige metter sequentie die int missael van Luydick op dien dach slaet ende op allen sielen daigen geordineert inder kercken van Sunt Johan comende jairlicx driewerven op verscheyden maendaegen alsdan opte selve
  26. maendagen allen sielen dagen wesende ende nijet op die woendsdaigen van dieren weeken te lesen oft te doen lesen die misse van allen gelovigen sielen metter sequentie staende inden missale van Ludick De profundis exclamantes ... Ende
  27. dieselve misse opde heijlige daigen swoensdaechs ende opte Drie alre sielen daigen smaendaechs voorseyde comende. Ierste Lesene oft te doen lesene nae dijen dat het sermoen inder kercken voorseyde gedaen sall wesen ende voorts de priester de selve misse celebrerende
  28. schuldich ... zyn zall in allen missen te lesen oft te doen lesen als voir die leste collecte die collect die daer is gemeyn voor die levende ende dooden begynende Omnipotens sempiterne Deus ... etc dat
  29. oock de voorseyde conventualen de voorseyde misse tot egeenen toecomende tyden en sullen doen oft laten lesen dan by enen priester oft conventuael des convents voorseyde ten waere dat die almoegende Godt tselve convent metter Godts gave visiteerde ende versochte in welcken gevalle die vanden convente
  30. ... schuldich ... zijn sullen ende als dij en dan vanden convente voirseyde uuijt saicken voorscreven byden heeren vanden capittele van Sunt Johans ...eenen zeeckeren tijt verboden zyn zall de voiseyde misse inder voirseyde kercke opten voirseyde altaer te doene dat zy
  31. alsdan ende den tyt vanden voorseyde verboth ende nyet langer geduerende de voirseyde misse ... te doen celebreren by eenen anderen goeden ... priestere tsy religieus oft andere. Ende oft in toecomenden tyden met wettiger waerheit bevonden wordde
  32. dat die misse voorseyde op ten altaer boven gementioneert ten tyden ende gestatueerden uren voor verhaelt alsoo nijet gedaen oft gelesen ende wordde also voors. is ende sulcx byden voors. heeren ende meesteren France van Uden oft eene van zyne wettige ende naeste erffgenaemen
  33. namen te wetene by een vanden geslachten van Os, Bevers oft Jegers aende kerckmeesters ... aengebrocht waerde alsdan die prioer ende procurator ten tyde desselfs convents synde verliesen ... de somme van
  34. 1½ carolus gulden ... de welcke die voirseyde kerckmeesters van wegen des voirseyde convents schuldich zijn sullen den aanbrengere voors. te geven ende die cortten ende mogen inhouden aen ende
  35. van die loopende renthe ... die verscheenen is oft deerste die verschynen zall van loons weegen vander weckmisse ... ende indien tselve by eenen vanden wasmeesters des altaers voorseyde oft ijemanden anders met wettiger waerheyt aengebrocht waerde den
  36. kerckmeesters ... soo sullen die ... kerckmeesters van tconvents wegen schuldich ... sulcken aenbrenger thien stuvers eens, den altaer van Sunt Joost ... 5 stuvers ende noch tot behoeff vander kercke van Johan 7 ... stuvers
  37. eens ende noch tot behoeff vanden voorseyde kerckmeesters ... 8 stuvers eens ... ende die ander rente ... te corttene. Daerenboven die conventualen ... schuldich sullen wesen die versuijmpde misse tsanderendaichs ter uren
  38. celebreren bynnen acht daegen daer naest volgende. Ende als zy die ... versuymde misse sullen doen soo sullen die zelve conventuelen ierst ende voer alle een vanden kerckmeesters ... schuldich syn te kennen te gevene dat zy die versuijmpde misse tsanderendaichs ter uren
  39. ende plaetse voiseyde willen doen celebreren maer salt op eenen anderen dach moeten wesen alsmen die voorseyde weeckmisse nyet en behoert te doen oft sy sullen twee missen op eenen dach moeten doen opden peen van 1½ carolus gulden eens ...
  40. alle reijse te verbueren boven die 1½ carolus gulden alsboven verbuert wesende welcke leste 1½ carolus gulden de kerckmeesters vanden weckmisse jaerlicx loon ... sullen moeten inhouden ende aen dierste betalinge vanden jaerlicxer weckmisse
  41. loon ... cortten ende sullen den voorseyde lesten peen van 1½ car. g. alsdan voer den hellicht tot behoeff ende proufite vander fabrijcke voors. ende dander hellicht tot behoeff ... van hen selven appliceren ende
  42. indien datter ennige missen meer versuempt waerden sullen de voornoemde kerckmeesters schuldich syn den voirs. conventualen de penninge vanden loon vanden weckmisse nae advenant aff te nemene ende deseelve peenen te appliceren als boven voer deen hellicht tot prouffite
  43. vander fabrijcke voorseyde ... Noch sullen de ... conventalen schuldich zijn te geven den anderen priestere oft priesteren der voirseyde misse oft missen gedaen hebbende ingevalle van
  44. grasteren vander (vester ?) als voerseyde is uuyt hueren buydel synde oft hoere loonen ende by negligentie vanden voirseyde priester oft voirseyde priesteren aengaende den conditien voirseyde yet versuympt waeren dat sullen de kerckmeesters voorseyde den voorseyde conventuaelen affcorten int
  45. betalen vanden loon vander weeckmisse in Recompense vande peen voorseyde ende dit all ter cause vander renthe van thien gulden voirgemelt ende onder de conditien nae gespecificeert Gelyck de voornoemde conventualen als voere dit oepenbaerlyck hebben bekent ende
  46. ... den voirs. heeren ende meesteren France van Uden ende kerckmeesters tot behoeff van hen ...
  47. Dat oijck alst hen byden heeren vanden capittele voorseyde verbooden zall syn den tyt voirseyde geduerende de voirseyde misse by hen selven nyet te moegen lesen opten altaer voorseyde ende als zy alsdan gecregen ende sullen hebben eenen
  48. bequamen priestere die voer hen ... die misse lesen sall. Dat de prior oft supprior oft procurator ten tyde des voirseyde convents wesende sal moeten comen byden kerckmeesters ... seggende totten zelven de heeren vanden capittele hebben ons verboden
  49. die voirseyde misse selfs te lesen opten altair voirseyde eenen zeeckeren tijt geduerende daerom hebben wy desen goeden heeren hem noemende gehuert om de voirseyde misse voir ons inder manieren voorseyde te lesen ende te doene ende inne soe verre oeck de voorseyde misse
  50. byden voirseyde gehuerden priestere nyet gelesen en waert inder vuegen voorseyde soo sullen die voirseyde conventualen verboert hebben den peen van 1½ carolus gulden van elcker missen byden voirnoemde gehuerden priestere alsoe nyet gelesen wesende Dwelck aldus oijck
  51. geschiet wesende. Soe syn insgelycx voir ons Scepenen voirseyde verscheenen geweest in propre persoonen de voirseyde Willem Pijnappel ende Meester Goeswwyn vander Stegen als meesters vander fabrycken der kercken voirs. ...
  52. end hebben gelooft ... tot behoeff desselfs convents vander
  53. erffelycker losrenthe van elff carolus gulden ... uuijt te reijcken thien carolusgulden jaerl. ende erff. ... ende de reste te wetende de 15 stuvers jaerl. tot hen eijgen proufite sullen moighen bekeren ende de vijff
  54. stuvers ... jaerlicx den outsten wasmeester vande altaer voorseyde ten tyde wesende sullen wesen schuldich uuyt te reijcken ... ende voer welcke 15 ende 5 stuvers jairlicx de voirscreven
  55. kerkmeesters ende alste wasmeester ende hueren naevolgers ende voerde somme van 50 carolus gulden ...
  56. altyt schuldich sullen syn goede toesicht te nemene ende te hebben dat de voorseyde weckmisse opte dagen ende uren voerseyde sal wordden gedaen wel verstaende nochtans dat die kerckmeesters voorseyde in egeender manijeren gehouden en sullen wesen omme selffs
  57. te besien ofte te doen besien wat die cruijsbrueders voirseyde in huere misse voorseyde lesen sullen oft nijet naevolgende den conditien ende geloeften voer verhaelt wel verstaende oock inne dien de renthe van elff carolus gulden boven gementioneert in toecomenden tyden gelost ... wordde
  58. dat in dien gevalle de voorseyde kerckmeesters sullen gestaen midts dien vanden convente voorseyde gevende ende betalende voorde ... weckmisse jaerlicx 9 carolus gulden ten prijse voorseyde uijten goeden der voorseyde fabrijcke toebehoirende nijet tegenstaende oock datmen omme de dechoot penningen procede-
  59. rende vander renthe van 11 carolusgulden ... een meerder rente zoude moigen oft komen gecopen. Gelyck de voornoemde heer ende meester Frans ende conventualen dit oepenbairlyck insgelycx hebben bekent ende opte verbyntenisse voorseyde den voorseyde kerckmeesters geloeft hebben
  60. ende geloven by desen uuijt saecke vanden welcken ... Willem Pijnappel ende ... Goeswijn vander Stegen ... Francen van Uden
  61. ende zynenen erffgenaemen ... hebben gelooft ... mits desen dat soe wanneer hen met wettiger waerheyt als voere aengebracht sall wesen oft zoo wanneer sy by hen selven kennisse sullen hebben dat de voorscreven misse inder vuegen ... als die byde
  62. ... conventualen ... aengenomen is te lesen oft te doen lesene nijet gedaen en waert Dat zij indien gevalle die peenen ... den ... conventualen sullen moeten ... affnemen oft hen die corten aent loon coomende jaerlicx ... ende dat zij
  63. daerenboven allen de peenen voorseyde sullen appliceren ende deijlen als voirseyde is. BOVEN DESEN hebben de ... kerckmeesters soe veele in hen is geconsenteert ...
  64. France van Uden dat van zijnen tweegen ten euwigen daigen sall moegen gehangen wordden aende pilerne vanden altaer van sint Joost ... een boertken met een ijseren veterken oft yseren clamerken vast gemaict dair inne de puncten vander weeckmisse voorscreven
  65. bescreven sullen staen dat oock mee dien den voirseyde meesteren Francen in synen leven oft nae zynen doot gelieffden doer een oft twee oft meer van van syne erffgenamen oft hueren kynderen oft by yemanden anders by hem te nomineren te stellene een lattoenen plate met ijseren werck
  66. ende gegoten loot te doen maecken inhoudende de puncten vanden weckmisse voorscreven ende die te doen metsene in een vanden pilernen der kerckmueren bynnen der kercken en dat onder tgelas vande voorseyde altaer aende syde vanden sepulturen van wijlen heeren Roeloven die
  67. Vriesen, canonick ... der kercken voorseyde ende dat al sonder coste der kercken ende kerckmeesters hebben alnoch die kerckmeesters ... toegelaten ... meesteren France datmen inden kerckmeesteren boeck scryven
  68. sall die copie van woirde te woirde van die poincten die t boecken ofte die plaetse voorseyde innehouden sullen ende als t voorscreven boecke namaels vernijen ut sall wordden soo sullen die selve kerckmeesters ten tyde zynde die copie vanden puncten des boirtkens voirseyde altoes
  69. wederomme van woirde te woirde gelyck te voirens continuerende was oock doen vernyuwen ten coste vanden cruysbroeders ... dwelck de voirseyde kerckmeesters alsoe hebben ... France geloeft nagegaen ende metter werck volbrachte worddene
  70. ende tot meerder vestekeithen ... Soo hebben de cruijsbroeders geloeft dat zij alsulcken boertken ... wederom van woirde te woirde ende
  71. naeder zelver formen altoos op hueren costen alst van outheijt vergaen offe affgebroken oft met enige materie van swertsele oft andere materie verdonckert oft geraseert in heele oft inne deel in enniger manijeren sall wesen. Ende oft die cruysbruederS voors. tselve nijet en deden Soo sullende
  72. alsdan Roever Aertssoen, Frans Janssoen ende Jacop Peterssoen alse dekens van Sint-Joost altaer ... oft huere navolgers ende Geerlinck Aertssoen ... ende Henrick Peterssoen alse wasmeesters vanden voirseyde altaer ende huere navolgers ...
  73. tselve moeten doen doene op dobbele coste vanden cruijsbroeders ... ende omme dat voorseyde ... soude mogen onderhouden wordden soe hebben (de 5 hier vlakboven genoemde personen) ...
  74. Francen van Uden geloeft ... dat zy oijck nae dien tvoirseyde boertken als voere gehanhen sall wesen goede toesicht sullen nemen datt selve boertken nijet en sal vergaen ... Ende als by hen in ennigen toecomende tyden
  75. bevonden sall wesen enige vanden gebreecke voorseyde dat zy ... tselve gebreck te kennen sullen moeten geven den prior ofte procurator des ... convents ende tselve gebreck ...
  76. remedieren ende tvoirseyde boertken te doen vernyeuwen ... bynnen veerthien daigen ... ende die zelve veerthien daigen overstreken wesende ... soo sullen die dekens ende wasmeesters ...
  77. op dobbelen coste ... vanden convente ... laten vernijeuwen ... welcke
  78. kerckmeesters tselve dobbel oock aen hen ierste loon vander weckmisse voorseyde comende cortten sullen ... ende welcke ander helft ... de costen vanden boertken voirgeruert sullen de voirseyde dekens ende wasmeesters voer huere moeten behouden
  79. waerinne de ... conventualen alsboven hebben geconsenteert ... ende oft namaels gebuerden datt t voerseyde boertken byden dekens ende wasmeesters ... vernyeuut wordde zoo sullen die ... kerckmeesters den ... dekens
  80. ende wasmeesters de costen van tvernijeuwen vanden boertken ... dobbel schuldich wesen te betalen vanden iersten loon vande weckmisse ... welcke costen deselve kerckmeesters aent loone ... den conventualen cortten sullen dwelck oock de voornoemde
  81. kerckmeesteren ... meesteren France van Uden toegesecht hebben ende omme dat oyck de ... cruysbrueders ... sullen onderhouden tvernyeuwen vanden boertken ende tcopieren vanden articulen vanden weeckmisse
  82. voirgeruert Soo heeft ... Frans van Uden den ... cruijsbrueders eens gegeven 20 carolus gulden ... omme daer mede te copen een rente ...
  83. om daer mede te onderhouden tvoirseyde boertken ende de copie vande zelven boertken int boeck vanden kerckmeesters te doen vernyeuwen als voirseyt is. Onder voerwairden ... dat de ... conventualen eeuwelyck ... sullen uuytreycken ... vander
  84. rente ... alle jaer den drie dekens ende den jonxten wasmeester des ... altaers ... vier stuvers ... ende voirden iersten termijn van betalinge vanden hoichtyde van Sunt Jan Baptist naestcomende
  85. over een jaer ende dezelve vier stuvers gelyckelicken gedeijlt te wordden voir huere toesicht ...
  86. Soo hebben wy scepenen voorseyde onse segelen hier aen doen hangen. Gegeven 19 mei
  87. 1553.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1082

1554 februari 9

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo tercio

Petrus de Os en Goeswinus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van Johannes Claussoon, als wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van wijlen Wolterus Wernaerts, aan Petrus, zoon van wijlen Johannes Colen, verkocht heeft een erfpacht van 1 mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis uit een akker en een stuk aangrenzende hopgrond, 10 lopenzaat groot, in de parochie Gestel bij Herlaer op de plaats Die Woorsel Aenden Plack tussen de gemene gronden Den Plack aan een zijde en het erfgoed van Mathias de Beeck aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Henricus Goijaerts van Brouhuijs tot aan het erfgoed van Willelmus Arnoldi Loijen met als last een erfcijns van 1 stoter aan de Heer van Herlaer.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1083

1554 december 29

Goessen vander Stegen en Goijaert Lombaerts, schepenen in Shertoigenbossche, oorkonden dat Mechtelt en Aleyt, zussen, dochters van wijlen Jacob Zanders en Elysabeth, diens vrouw, in hun testament, geinstrumenteerd door notaris Gerard van Loeken van Vechel, priester, onder andere aan de Sint-Jacopskapel twaalf £ gelegateerd hadden ten gunste van 12 preken in die kapel, zondagmorgen om 7 uur, op de 6 zondagen in de Vasten, de 4 zondagen in de Advent en de 2 zondagen voor Maria ten Hemelopneming. Christoffer, Anthonis en Appelonia, kinderen van wijlen Heer Jacop, zoon van wijlen Jacop Henricx Anderssen van Os, en Jacop Ghijsbertssen van Uden, als wettige man van Lucia, dochter van Heer Jacop, zijn als erfgenamen voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Rutger, zoon van wijlen Diericx Henrixsen als patroon en Eymberd, zoon van wijlen Andriessen Andriessens, als deken van die kapel overgedragen een loscijns van 6 £ uit het huis met zijn grond en een onbebouwd plaatsje daarachter in de Hynthamerstraet over de Geerlingsbrug tussen het erfgoed van Jan Peterssen, Inden Baers, aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Jacop Peterssen aan de andere zijde, welke cijns meester Claes Kuyst ten gunste van Elisabeth, weduwe van Jcop Peterssen, van Dirck, zoon van wijlen Jan Symonssen gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen en dat de cijns onderworpen is aan het land- en burenrecht samen met andere wereldlijke goederen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1498

1554 december 29

Goessen vanden Stegen en Goijaert Lombaerts, schepenen in Tshertoigenbossche, oorkonden dat Mechtelt en Aleyt, zussen, dochters van wijlen Jacob Zanders en van Elisabeth, diens vrouw, een testament gemaakt hadden, geinstrumenteerd door notaris Gherard van Loeken van Vechel, priester, waarin zij onder andere ten gunste van 12 preken in de Sint-Jacobskapel, te houden op de 6 zondagen in de Vasten, de 4 zondagen in de Advent en de 2 zondagen voor Onse Lieve Vruwe te halff oicxt om 7 uur 's morgens, te beginnen na de dood van de eerste van hen beiden, geschonken hadden een erfcijns van 12 £ uit niet nader gespecificeerde goederen. Christoffer en Anthonis, broers, Appelonia, hun zus, kinderen van wijlen Heer, Jacobs, zoon van wijlen Jacob Hericx, Zanders soen, van Os, en Jacob, Ghysberts soen, van Uden, als wettige echtgenoot van Lucia, dochter van voornoemde Heer Jacobs zoon, zijn nu als erfgenamen van Mechtelt en Aleyt voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben verklaard dat voor en erfcijns van 4 £ voor die preken volstaat uit:
  1. huis, erf, hof aan het einde van de Hynthamerstraet over de Gerlincxe Brugge tussen het erfgoed van Henric van Zanthen, cuyper, aan een zijde en het erfgoed van Henric van Oyen, zoon van wijlen Zebert, aan de andere zijde,
  2. 2 kamers en hun grond in een straatje welke zich uitstrekt van de Hynthamerstraet achterwaarts tot aan het openbare water, dat daar aan beide zijden stroomt tussen het erfgoed van Henrick van Oyen,
welke cijns Jacob, zoon van wijlen Henric, Sanders soen, van Os, van Willem, Celen soen, gekocht had, en welke zij overgedragen hebben aan Rutger, zoon van, wijlen Dirc, Henricx soen, als patroon en opperste regent, en aan Eyberd, zoon van wijlen, Andries soen, Andries soen, als deken van de kapel, op voorwaarde dat deze cijns onderworpen zal zijn aan het land- en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen en dat zij deze cijns van 4 £ altijd mogen terugkopen met een cijns van 28 £, de jaarcijns en de eventuele achterstallige bedragen, dit echter op voorwaarde dat zij de patroon van de kapel deze terugkoop een half jaar tevoren zullen aankondigen.
Dorsaal:
  1. No 6, folio 22,
  2. Folio 43
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1842

1555 februari 11

Int jaer ons Heeren duysent vyffhondert vier ende vyftich

Henrick Appels Hermanssen en Wouter Kolff, schepenen in Oisterwyck, oorkonden dat Aelbert Henricssen aan Servaes Wouterssen verkocht heeft een stuk grond, 2 lopenzaat groot, in de parochie Tilborch op de plaats De Looven Ecker aan beide zijden tussen het erfgoed van de persoon van Tilborch, welk stuk land Aelbert bij de dood van zijn ouders geërfd had. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat als er een proces komt over de weg waarlangs men dit stuk grond bereikt, Aelbert de helft van de kosten hiervan zal meebetalen.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1084

1555 maart 12

anno Domini millesimo quingentesimo quinaquagesimo quarto

Laurentius Pelgrum en Godefridus Lombaert, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat ?, zoon van Henricus die Bever, aan magister Godefridus de Empel verkocht heeft ten gunste van een zekere ? in de Sint-Jan, gewoonlijk genoemd Licht inder Duysternisse, een erfcijns van ? carolusgulden waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op het ? feest van Sint-Gregorius paus vanaf heden uit de Hopacker, 4 lopenzaat groot, in de parochie (Schijndel ?) op plaats (Aen den ?) Borne tussen het erfgoed van Henricus Brants aan een zijde en het erfgoed van Heylwig, weduwe van ? met als lasten de grondcijns en een erfcijns van 4 £ aan een (niet gespecificeerde) persoon of instelling. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met ? 4 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde echter dat de verkoper deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Een gedeelte van de tekst ontbreekt.
Nummer: 1085

1555 mei 20

Frederic Versteech en Aert, Aerts soen, schepenen in Driell, oorkonden dat Jan, Aert zoen, vander Steech bepaald heeft dat indien deze laatste zonder wettige kinderen na te laten komt te sterven zijn goederen zullen vererven aan zijn bloedverwanten en naaste vrienden van vader's zijde.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1086

1556 maart 12

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo quinto

Walterus de Achel en Theodericus Arntssen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Hoze, zoon van wijlen Henricus Hoze, als wettige echtgenoot van Cornelia, dochter van wijlen Petrus, zoon van wijlen Johannes Coelberts, aan Matheus, zoon van Johannes vanden Wege, als wettige echtgenoot van Aleydis, dochter van Petrus, overgedragen heeft een erfcijns van 6 £ uit een huis en erf op de Hoge Steenweg tussen het erfgoed van Theodericus Marsman aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Geenen, kleermaker, aan de andere zijde, welke cijns Petrus, zoon van wijlen Johannes Coelborner, wettige echtgenoot van Aleydis, dochter van wijlen Coenrardus vanden Wiell van Mathias, zoon van wijlen Coenrardus vanden Wiell samen met 2 weiden in de Groote Maersche Weerdt verkregen had.
zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1087

1556 april 15

anno XVc sess ende vyftich voor Paesschen

Wethouders van de stad Shertogenbossche oorkonden dat Jan Lucas van Erp, als pachter van de windmolen in de parochie Heeswijck en de korentienden in de parochie Gestel, welke Goijaert Sceijvel, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan van Heer Willem vander Aa gekocht had, veroordeeld wordt tot de betaling van zijn jaarlijkse pacht van 40 mud rogge en deze zelfde pacht over de laatste 4 jaar en in de kosten van een proces dat Jacop Bax, als rentmeester van deze kerkfabriek tegen hem aangespannen had.
N.B. Deze akte heeft nooit een zegel gehad.
Nummer: 1455A

1556 april 15

  1. Alsoe opten seventienden dach der maent van julio anno XVc sess ende vyftich seker questie ende proces opgestaen ende geresen
  2. waeren geweest voor mynen heeren Scouthen ende scepenen deser stadt van Shertogenbossch tussen Jacoppen Bax als rentmeester
  3. vanden collegiael kercke van sunt Jan ... aenleggere ter eenre ende Jannen Lucas van Erp (ver ae ?)
  4. ter ander zyden Oirspronck nemende die zelve questie ter cause van eenen erffpacht van veertich mudden roggen ...
  5. uuyt die wijnt-
  6. moelen heeren Willems vander Aa, ridder, ... inde prochie van Heeswijck ende uuyt allen ende eenen yegelycken rechten ende
  7. toebehoerten vanden selven wyntmoelen ende noch uuyt die corenthiende des voorseyde Heer Willems ... inde prochie van
  8. Gestel welcke thiende die voorscreven heer Willem tegen den heeren van Parwijs ende Duffel in cope gecregen had ende
  9. uuyten rechten ende toebehoerten vanden selve thienden ende welcken pacht van veertich ... Goijaert Sceijvel tot
  10. behoeff vanden voorscreven fabrycke ende kercken tegen heeren Willemen vander Aa, ridder, in coop vercregen had ...
  11. Ende dat ten daege van recht in deser saecken dienende waere van
  12. wegen des aenleggers overgegeven seker aenspraecke in gescrifte ende uuyts reden daer moe verhaelt gecontendeert
  13. ende geconcludeert ten (sa e ?) dat dinnegeboden ende verweerderen gehouden ende verbonden souden zijn inne het voldoene vanden
  14. jaerlixen pacht van veertich metten achterstel van vier jaeren ... metten
  15. pacht die Lite pendende vallen ende verschynen souden ende dat in alsulcken valeur ... gelyck den voorscreven
  16. rogge tegenwoirdelyck geldende waere makende heyssch van costen Op ende tegens welcke aenspraecke ende conclusie wae-
  17. re byden verweerdere den vierden septembris anno voorscreven uvergegeven sekere antwoorde in gescrifte ende uuyt
  18. redende daer inne geruert gecontendeert ende gecocludeert ten fine dat daenleggere om tegen den verweerdere
  19. geconcludeert te hebben innevuegen maken ende ten eynde hy gedaen hadde nyet en waere ontfancken ende tot
  20. absolutie van zyne conclusie makende heyssch van costen daenleggere replicerende de verwerdere in plaetse van duplicaat
  21. persisterende daenlegger synen thoon ende productie gedaen partyen inder saecken gesloten ende recht begeert hebbende
  22. Mijn heeren scepenen tproces der voorseyde partyen yerst oversien ende op all wel ende ripelyck gelet hebben ter manisse
  23. des stadthouders vanden scouthen voorseyde gewesen ende verleert voor recht dat de voorscreven verweerders gehouden ende
  24. verbonden sall syn inne het voldoene vanden jaerlycken ende erflycken pacht van veertich ...
  25. metten achterstel van vier jaeren ...
  26. Condemnerende den voorscreven verweerdere inde costen vandeser instancie. Aldus gedaen ... by den wethouderen der
  27. stadt voorscreven den vyfthienden dach aprilis, anno XVc sess ende vyftich voor Paesschen
Dorsaal: geen aantekening.
N.B.: is geen charter, dus geen zegel.
Nummer: 1455A

1556 juni 22

Godefridus de Vechel en Theodericus de Wyck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Cornelius Cornelius Remmen, aan Jutta, dochter van wijlen Symon Janssoon, verkocht heeft een erfpacht van 1 mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar uit een stuk akkerland, 6 lopenzaat groot, in de parochie Os Op Dosservelt In Die Roijen tussen het erfgoed van Rutgerus Coomans aan een zijde en het erfgoed van Symon Mathyssoon aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Hubertus Wreijnssen tot aan de openbare weg.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1088

1556 juli 4

  1. Nos Willelmus die Borchgreve et Henricus Bloeymen, scabini in Buscoducis, notum facimus universis quod nos quasdam litteras consensus, octroyen vocatum, ... illustrissimi Domini nostri Cesaris, tamquam ducis brabantie,
  2. ... vidimus ... tenorem qui sequitur ... Kaerle ... Roomssch keyser ...
  3. hertoige van Brabant ...
  4. Wy hebben ontfangen die oitmoedige supplicatie van onse beminde Brueder
  5. Jan Buyll, meester ende proviseur ons Goideshuys van Postel inhoudende hoe dat hy suppliant aenverdende die aenverdende die administracie vanden Godtshuyse voirseyde aldair egheen gelt ter werelt, noch provisie van menschen, noch beesten en
  6. heeft gevonden maer ontallycke veel schulden ende onder dandere Soo is t voirseyde godeshuys (aen ?) onse beden ende contribucien tachter ende sculdich die somme van 3700 car. gul. ende meer
  7. voir welcke somme die voirseyde suppliant wordt uuynemende zeer (gecancilleert ?) by arreste van zynen wagens, peerden ende provanden ende anderssins by onsen rentmeester in Brabant int quartier van Shertoigenbossche
  8. hoe well dat den voirseyde supiliant egheensins moegelyck en is die voirseyde some te betalen ... ende oeyck dat duer die groote droechte die in deser voirsomer geweest is inde Kempen en inde Peel
  9. dair des voirs. godshuys gueden meest gelegen zyn ... ten waire dat hem suppliant gegundt ... wordde te moegen laten aflossen ... die parcheelen van corenrenthen
  10. ende chysen in ghelde ende die twee huysen hier nae gespecificeert te wetende Jan Winricx voirden abt Tongelroo, vyff oude Ingl. Wouter Jans van Beerze, voir Margriet die (weduwe, ?) Mathys Henricx Aleyten dochter
  11. Sess penn. (Erna ?) Gheerit Schoenmakers dochter, voir die kynderen Wouter Schoenmakers twee scellingen, videlicet halff blancke, Wouter Loyen Loyenssoen voir Loye Loyss 5 penn. Jan Dirck Aertssoen voir Marcelis Dierck eenen dair Heylken
  12. Cornelis Rombouts dochter 3 penn., Symon Symonssoen voirde twee kynderen Cornelis Romboutsoen 3 scellingen, videlicet halff blancke Jan Derick Loyen voirde twee kynderen Cornelis Rombouts 2 scellingen, videlicet halft
  13. blancke, Jan Gerits voir Lysbeth, Jan Gerits dochter 4½ penning,
  14. Gegeven 21 nov. 1554 ...
  15. In cuius rei testimonium nos scabini predicti sigilla nostra hijs presentibus duximus ... Datum 4 juli
  16. 1556.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1829

1556 juli 16

Willelmus die Borchgreve en Goeswinus de Vechel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Vrouwe Johanna, weduwe van Johannes de Erpe, aan Willelmus Pynappel, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 5 Rynsgulden uit een stuk erfgoed, deels akkers, deels weiland, met zijn houtgewas, 2 lopenzaat groot, in de parochie Stiphout op Die Groote Moest tussen het erfgoed van de Heer van Postel en het erfgoed van Gerardus, zoon van wijlen Udo de Gerwen, en verscheidene anderen aan een zijde, welke cijns Vrouwe Johanna van Gerardus gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Gerardus zijn recht op terugkoop van die cijns behoudt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1089

1556 augustus 19

Willelmus die Borchgreve en Bartholomeus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Johannes Colen, wettige weduwnaar van Bela, dochter van wijlen Henricus Martenssoen die Wilde, aan Henricus en Sebastianus, zonen van Petrus en van Bela, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in een erfpacht van 1 mud rogge uit een akker en en een stuk aangrenzende hopgrond, 10 lopenzaat groot, in de parochie Ghestel bij Herlaer op de plaats Die Woorsell Aenden Plack tussen het erfgoed Den Plack aan een zijde en het erfgoed van Mathias de Beeck aan de andere zijde, welke pacht Petrus van Henricus, zoon van Johannes Claessen, als wettige echtgenoot van Mechteldis, dochter van wijlen Walterus Wernaerts, gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1090

1556 augustus 19

Willelmus die Borchgreve en Bartholomeus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat dat Petrus, zoon van wijlen Johannes Colen en wettige weduwnaar van Bela, dochter van wijlen Henricus Martenssen die Wilde, aan Henricus en Sebastianus, zonen van Petrus en Bela, had overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfpacht van 1 mud rogge uit een akker en een aangrenzend stuk hopgrond, 10 lopenzaat groot, in de parochie Ghestel bij Herlaer op de plaats Die Woorsell Aenden Plack tussen de gemene gronden Den Plack aan een zijde en het erfgoed van Mathias de Beeck aan de andere zijde. Henricus en Sebastianus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Lambertus, zoon van wijlen Johannes de Clivia, overgedragen die erfpacht van 1 mud rogge. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper van die pacht zijn recht op terugkoop behoudt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1091

1556 augustus 22

Bartholomeus Loeff en Theodericus de Wyck, schepenen in BuscoduciS, oorkonden dat Henricus de Uden, zoon van wijlen Lambertus Arntssen de Uden, aan heer Arnoldus de Geldrop, zoon van Henricus, priester, Aleydis, weduwe van Segerus, zoon van wijlen Johannes Goyartssen de Hedell, Cecilia, wettige vrouw van Lasarus, zoon van dezelfde Johannes, en Magdalena, dochter van wijlen Cornelius Segerssen, ten gunste van waskaarsen voor het Heilig Sacrament in de Sint-Jan overgedragen heeft een erfcijns van 3 carolusgulden, welke cijns Daniel, zoon van wijlen Willelmus Weijgerganck, en Margareta, diens vrouw, verschuldigd was uit:
  1. een zeker erfgoed met zijn gebouwen en een zeker erfgoed achter dat erfgoed in de Hynthamerstraat over de Geerlingsbrug tussen het erfgoed van magister Arnoldus Buck, chirurg, aan een zijde en het erfgoed van Johannes vanden Hoevell, zoon van wijlen Johannes vanden Hoevell, zoon van wijlen Johannes Zers, aan de andere zijde,
  2. de helft van de tussenwand tussen het eerstgenoemde erfgoed en het overige erfgoed van Johannes vanden Hoevell,
  3. gebruiksrecht van een riool daar op dat stukje erfgoed,
welke cijns Henricus van Florentius, zoon van wijlen Florentius de Cort, verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1454A

1556 november 24

  1. Nos Hubertus de Loon et Goesswinus Pijnappel, filius Johannis, notum facimus universis quod nos quasdam litteras scabinorum de Buscoducis ...
  2. vidimus ... tenorem qui sequitur ... Nos Johannes
  3. Bath, miles, et Willelmus de Busco, scabini in Buscoducis, notum facimus universis quod nos quasdam literas Illustrissisimi Principis ... Philippi ducis Bourgondie, ... Brabantie ...
  4. tenorem qui sequitur ... Philips byder gratien Goidts hertoge
  5. van Bourgoignen ... van Brabant ...
  6. alsoe als ennigen van onsen poirteren ...
  7. onser stadt vanden Bosch ende oick ennige andere mit hen ons te kennen hebben doen geven hoe dat zy tusscen der voerseyde ... stadt ende die dorpen van Engelen ende Vliemen liggende hebben, eene seer groote
  8. plaetse, erven ende goeden die lange tyt gelegen hebben gehadt in doelagen ende verdrincken alsoe dat die tyden als die vruchten dair op stonden plagen eermaell seer te verdrincken ende deselve vruchten
  9. verloren te blyken tot heuren grooten scaden ... onser goeder ... in vele manieren ende hoe dat zy by heuren gemeynen overdrage ende tot heuren grooten costen ...
  10. over eens wile hadden gedaen maken eenen somerdyck met eenre sluysen ende seekeren anderen graven ... ten bewairnisse ende besorge vander voirseyde plaetssen ... ende der vruchten die
  11. dair op wassen souden dienende diewelcke alsoe dat waell te beduchten is, gescaipen wairen by lanckheeden van tyden, te vergaen ende te bederven op dat ten onderhouden van dien ende van hueren nootelicken
  12. behouften ende reparatien ende oick anders ende op die contributie vanden costen dair inne gebeurt ende die naemaels gebueren selen moegen mit behoirlicken wegen by ons die dair haere ende prince zyn nyet en
  13. wordde versien. Dair om zy ons oetmoedelick hebben doen bidden Soe doen wy te wetene dat wij yerst op all dat voirseyt is ende op onse ende onser voirseyde stadt vanden Bosch interest in desen volcomen
  14. Informatie genomen Ende byder selver in onsen Raide bevonden die voirseyde bede redelick well gefundeert ... hebben voir ons, onse erven ...
  15. geconsenteert ... midts desen dat die voirseyde binnen der voirseyde binnen der voirseyde plaetsse geguedt selen moigen doen kundigen binnen onser voirseyde stadt vanden
  16. Bosch voirden raithuse aldair ende desgelicxs inden prochikercken ons dorps van Vucht tot sulcken daige ende plaitsen alsmen die gebode van onsen wegen pleeght ende gewoonlick is te doen. Ende betekenen
  17. allen den ghenen die binnen der voirseyde plaetsen geguedt zyn eenen benoemden gelegenen dach dair by te moegen comen binnen onser voirseyde stadt ... opten Raidthuse om die vorseyde binnen der voirseyde
  18. plaetssen geguedt oft dat meeste deell van hen die dair dan comen selen ennige van hen tot vueren toe te kiesen die hen dair nutst ... toe sceen, d ? cken wesende, die welcke by onser onderscouthet
  19. ende in presentien ... scepenen vanden Bosch dair geeydt sullen worden op donderhouden van tgene des men hen dair bevelen sall. Dewelcke alsoe gecoren ende geeyde persoonen volcomen macht hebben
  20. selen ende den welcken wy oick macht geven ende sunderlinge bevele midts desen om den voirseyde somerdyck, sluyse, graven ende waterlaten van allen heuren nootelicken behousten ende reparatien te
  21. onderhouden ordinancie dair toe dienende te maicken ende op dats noot is andere nuwe wercken by advyse vanden voirseyde aldair gegueden off des meesten deels van hen ten besorge der voirseyde plaetsen, erven ende
  22. goeden, dienende te doen maicken ende onderhoudenallet ten gemeynen costen vanden voirseyde aldair geërffden te betaelene nae die grootte vanden goeden, die elck binnen der voirseyde plaetssen heeft liggende Ende die
  23. selve costen, die alse gesedt selen worden van hen te cyssth ? ende te ontfane in desen versien oft yemandt vanden voirs. aldair gegueden gebreckelich waire in te betalen zyn portie ende aengedeelte van des byder
  24. voirseyde gecorten ende geeyden op hen alsoe gesedt sall wordden dat dat onse voirseyde onderscoutet vanden Bosch oft een van onsen geswooren dieneren aldair ten (Bruxella) ? des onderscouthet es op zynen redelicken solad
  25. ten versuecke vanden voirseyde gecorenen ende geeyden. Op ende aenden ghenen dair tgebreck inne weer tselve gebreck ende oick den costen dair op geloipen heelick sal executeren oft doen executeren van onsen
  26. wegen op huere gereede have op datmen die sall vynden ende anders aen haere goeden ende erven binnen der voirseyde plaetssen gelegen ende te slyten na onser stadt recht vanden Bosch voir onsen onder-
  27. scoutet ende scepenen aldair. Ende dat alle jaire op eenen genoempden gelegenen dach diemen inder maten als boven ende ten plaetssen voirseyde dair toe handigen sall die voirseyde alsoe gecoren ende geeyde binnen
  28. onser voirseyde stadt opten Raithuse in presentien ons onderscoutetes ende scepenen voirseyde ende ten by zynen der geuren binnen der voirseyde plaetsen geguedt die inder manieren voirseyde dair bij geroepen selen zyn
  29. aldair te comen oft zy willen Solen sculdych zyn goede dueghdelycke rekeninge ende bewyse te doen vanden voirseyde heuren beweynde. Ende van des zy also ontfaen ende ten besorge vanden voirscreven
  30. gemeynen wercken weder uuyt gegeven selen hebben. Ende ten selven daege sallmen oick van jaire te jaire die voirseyde gecooren ende geeyde inden voirseyde heuren beweynde continueren oft die in all oft in deelen
  31. verlaeten ende aff setten. Ende in die stede der geenre die alsoe verlaten ende affgestelt selen werdden ennige anderen vanden voirseyde aldair geerffden wederomme gecorengestelt ende geeydt werden nae overdrage
  32. der voirseyde erven der voirseyde plaetssen geguedt aldair jegewoirdich wesende oft dat meste deell van hen in allen der maten als boven. Ende welcken Rekeninge alsoe byden voirseyde gecooren ende geeyden
  33. gedaen wesende selen die gene binnen der voirseyde plaetssen geguedt moegen calengieren ende dair tegen seggen binnen 8 daegen daer nae voir onsen onderscoutet ende scepenen onder voirseyde stadt vanden Bosch. Ende
  34. die ghene dair die calengie op geschiet were, selen binnen acht daigen dair nae op antwoirden om die sake dair aff dairenteynden voir onsen onderscouthet ende scepenen onser voirseyde stadt vanden Bosch voirt
  35. uuytgedragen te werden alsoe behorren sall ende allet sonder argelist. Ontbieden hier om ende bevelen onsen Drosset van Brabant, Schoutet, onderscouteth ende rentmeester vanden Bosch ende allen
  36. anderen onsen ambachteren officieren dieneren ende onderseten gemeynlick ons lants van Brabant ende allen anderen dien dat ennichssins aengaen mach dat zy ende elck van hen den voirseyde indie voirseyde
  37. plaetsse geguedt doen ende laeten gebruycken rustelyck ... van onsen conseite, willecoren ende believen voirseyde ende dat tot volcomenen executien stellen sonder ennich letssell oft wederseggen want
  38. ... Gegeven in onser stadt van Bruessel derthien daige in merte int Jair ons heeren duysent vier hondert ende tsestich nae costuymen van scryven ons hooff's ende aldus onder-
  39. geteekent By mynen heere den hertoge ...
  40. In cuius rei testimonium nos scabini predicti sigilla nostra hijs presentibus duximus appendendum. Datum autem visionis nostre predictarum literarum, nona die mensis januarij, anno Domini
  41. millesimo quandringentesimo octuagesimo sexto. In cuius rei testimonium nos scabini primodicti sigilla nostra hijs presentibus literis duximus appendendum. Datum autem visionis nostre predictarum literarum
  42. 24 nov. 1556.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1700

1557 februari 5

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo sexto

Hubertus de Loon en Goeswinus Pynappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Goeswinus, zoon van wijlen Henricus, Beyens soen, aan Willelmus Pynappel, als een van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, verkocht heeft een erfcijns van 24 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Pasen uit de helft van een cijnshoeve, namelijk uit de helft van akkers, weiden, heiden, houtgewas, rechten en andere afhankelijkheden in de parochie Bucstel op de plaats Casteren, welke hoeve Adrianus Reyneri in zijn geheel in bedrijf heeft. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns kan terugkopen met 400 carolusgulden, of de helft van die cijns met 200 gulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen maar hij moet deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 1092

1557 april 3

  1. Philippus de Spina, decanus ecclesie collegiate ... Johannis ...
  2. iudex et executor ad infrascripta una cum nostro in hac parte collega infrascripto cum illa clausula discretioni vestre et cuilibet vestrum committimus ...
  3. adhibere Litteras siquidem Reverendissimi in Christo patris et domini Domini Anthonij miseratione divina tituli sanctorum quatuor coronatorum S.R.E. presbyteri Cardinalis sancti Sedis apostolice
  4. maioris penitentiarij sigillo officij primarie oblongo de cera rubea alba virginea circumdata capsule ferree incluse cum cordula sericea rubei coloris ...
  5. Nobis per providum virum Guilielmum Peregrini principalem in subinsertis litteris apostolicis
  6. principaliter nominatum coram notario publico et testibus fidedignis infrascriptis ad hec vocatis specialiter atque rogatis presentatas et per nos ea qua decuit reverentia receptas esse noveritis huiusmodi sub tenore
  7. Antonius miseratione divina sanctorum 4 coranotorum presbyter cardinalis discretis viris Decano collegiate ecclesie sancti Johannis Baptiste (sic !) Busciducucensi ... et officiali Leodiensis Salutem in Domino Ex
  8. parte Wilhelmi Peregrini scholaris Leodiensis diocesis nobis fuit humiliter supplicatum, ut cum eo super defectu natalium quem patitur de presbytero genitus et soluta quod huiusmodi non obstante defectu clericali caractere insiquiri
  9. et ad omnes sacros et presbyteratus ordines promoveri et unum beneficium ecclesiasticum etiam si curam habeat animarum obtinere primo et deinde si ex fructibus redditibus et proventibus beneficij obtinendi
  10. huiusmodi commode ufficietente posse non speret unum aliud beneficium ecclesiasticum compatibile etiam securam habeat animarum et in metropolitani vel cathedrali ecclesia citra tamen in ipsius canonicatum et
  11. prebendum aut si canonicatus et prebenda collegiate ecclesie administratio vel officium fuerit recipere et una cum dicto beneficio obtinendo rebinere. Et nihilominus si ex fructibus ... be-
  12. neficiorum obtinendorum huiusmodi commode sustentari posse non speret unum aliud beneficium ecclesiasticum compatibile et si curam habeat animarum et alias ... qualifactum fuerit recipere et una
  13. cum dictis beneficijs obtinendis retinere. Ipsaque beneficia obtinenda ex causa permutationis vel alias simul vel successive semel tantum dimittere et loco sic dimissi vel dimissorum aliud vel alia tria dumtaxat
  14. beneficia ecclesiastica similia vel dissimilia munceum compatibilia etiam si unum ipsorum curatum fuerit recipere et illa insimul retinere libere et licite possit et valeat sedes apostolica dispensare misericorditer dignaretur.
  15. Nos igitur Auctoritate Domme Pape cuius primarie curam genimus et de eius speciali mandato super hoc vive vocis oraculo nobis facto Discretioni vestre et cuilibet vestrum committimus quatenus si est ita consideratis
  16. diligenter circumstantijs universis que circa idonetatem persone fuerint attendende si paterne non sit incontinentie imitator sed bone conversationis et vite sufficientisque liberature super quibus vestram conscientiam
  17. oneramus alia que sibi merita suffragentur ad huiusmodi dispensationis gratiam obbinendam cum ipso super premissis petitis misericorditer dispensetis. Ita tamen quod idem scholaris prout requiret omnis beneficij quod
  18. eum post dispensationem huiusmodi obtinere contigerit se faciat statutis a iure temporibus ad dictos ordines promoveri et personaliter resideat in eodem. Alioquim dispensationis gratia quod ad beneficium ipsum
  19. nullius penitus sit monienti defectu predicto constitutionis et ordinationis apostolicis ac statutis ecclesiarum in quibus beneficia huiusmodi extiterint ceterisque contrarijs non obstantinus quibuscumque. Datum Rome apud sanctum
  20. Petrum ... kalendas martij, pontificatus domini Pauli pape tertij anno septimo. Postquadum quidem literarum apostolicarum presentationem et receptionem nobis et per nos ut premittitur factas fuimus
  21. per dictum Guilielmum Peregrini principalem presentis litteris apostolicis principaliter nominatum propterea coram nobis personaliter constitutam ... ad executionem previse-
  22. tarum litterarum apostolicarum et contentorum in eisdem procedere et cum ipso iuxta earundem litterarum tenorem misericorditer dispensare vellemus ... Nos igitur PhilippuS de Spina ...
  23. idcirca auctoritate apostolica nobis commissa et qua fingimur in hac parte consideratis diligenter omnibus et singulis circumstantijs quae circa idoneitatem persone
  24. antedicti Guillelmi ... erant considerande. Quia per legittimam informationem per nos desuper captam et veram quam de vita moribus et conversatione ipsius habemus noticiam clare et
  25. evidenter nobis constititet legitime constat eundem Guilelmum ... esse vite laudabilis ... ad dictam dispensationem gratiam
  26. obtinendam reperimus suffragari Cum eodem Guillelmo ... super predicto defectu natalium quem patitur de presbytero genitus et soluta quod huiusmodi defectu et alijs contrarijs quibuscumque in prenisertis litteris
  27. apostolicis contentis non obstantibus ... per eum et in prescriptis literis apostolicis insertam dispensationis gratiam obtinere et ea uti libere et licite possito et valeat quantum nobis est misericordia in domino
  28. dispensandum duximus et tenore presentium iuxta formam et continentiam earundem litterarum apostolicarum et ? earum vigore poss?mus dispensationis. In quorum omnium et singulorum fidem et testimonium
  29. presentes nostras literas exinde fieri et per notarium infrascriptum subscribi sigillique nostri iussimus ... Datum ... in domo nostre habitationis
  30. .... Sub anno a Nativitate millesimo quingentesimo quinquagesimo septimo, stilo Leodij ... mensis aprilis die tertia ...
  31. presentibus ... Sebastiano Gerardi eb Arnoldo de Gerwen, clerici Leodii diocesis ...
  32. Et ego Petrus Ruijther presbyter Leodij diocesis publicus ...
  33. notarius ...
Dorsaal: geen aantekening.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1701

1557 november 27

Anthonis Denys, Meynaerts zoen, en Cornelis, Claes soen, schepenen in Tilborch en Goerle, oorkonden dat Marcelis, zoon van wijlen Aerdt van Vessem, Cornelia, zus van Marcelis, Jan zoon van wijlen Pauwel Meeussen, als man van Manke, Jan, zoon van wijlen Thomaes vanden Wege, als man van Anneke, Peter, zoon van wijlen Lambrecht Jan, Aerdts soen, als man van Mechteld, dochters van wijlen Aerdt, en Marcelis Jan, Pauwels soen, en Jan, Thomaes soen, namens Wijnand, hun broer, waartoe zij krachtens het testament van Aerdt en Dympna, diens vrouw, gemachtigd waren aan Jan, zoon van wijlen Goyaert, verkocht hebben de helft van een stuk land bij een bos hakhout gelegen in de parochie Tilborch op de plaats In Loven Acker, welk geheel stuk land ligt tussen het erfgoed van de weduwe de kinderen van Jacob Cornelis Heymericks aan de westzijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Lucas van Amerzoyen aan de oostzijde en een einde en met het andere einde aan de waterleiding, met als verplichting het onderhoud van die waterleiding.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1093

1558 januari 5

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo septimo

Goswinus de Brecht, zoon van Heer Johannes de Brecht, ridder, en Petrus de Os, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Coenen, zoon van wijlen Henricus Coenen, wettige weduwnaar van Aleydis, dochter van wijlen Adrianus, zoon van wijlen Walterus Willemszoen aan Henricus, zoon van wijlen Petrus Eymbertszoen en Adrianus, zoon van wijlen Arnoldus Adrianuszoen ten gunste van Johannes en Barbara, kinderen van Henricus en Aleijdis, had overgedragen zijn vruchtgebruik in het derde deel van een erfcijns van 1½ Rijnsgulden uit een morgen moerasgrond in de parochie Roesmalen op de plaats Den Heeschen Roemput tussen het erfgoed van Conegondis, weduwe van Willelmus, zoon van Johannes Willemzoen en zijn kinderen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Hack, wonend bij Dungen aan de andere zijde. Henricus, zoon van wijlen Petrus Eymbertzoen, als echtgenoot van Hillegondis, dochter van genoemde wijlen Adrianus, en Adrianus, zoon van wijlen Arnoldus Adriaenszoen, als wettige echtgenoot van Elisabeth, dochter van wijlen Johannes Bollens en wijlen Catherina, diens vrouw, dochter van genoemde wijlen Adrianus, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben namens zichzelf en namens hun kinderen aan Henricus, zoon van wijlen Petrus Henricxzoen de Waetselaer, en Boudewinus, zoon van wijlen Goeswinus, kramer, als meesters van de Sint-Anthoniuskapel ten gunste van die kapel die cijns overgedragen op voorwaarde echter dat het recht van de verkoper om die cijns terug te kopen van kracht blijft.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1177

1558 maart 10

anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo septimo

Goeswinus vander Stegen en Goeswinus de Brecht, zoon van Heer Johannes de Brecht, ridder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Laurentius, zoon van wijlen Leonardus Martenssen, Petrus, zoon van wijlen Christianus van Vuestenberch, en Alardus, zoon van wijlen Johannes Spijcker, bastionarius, aan Willelmus Pynappel, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd hebben dat zij hem zullen betalen gedurende een tijd van vijf jaar vanaf het laatste feest van Maria-Lichtmis 18½ mud rogge, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis wegens de pacht van een stuk grond van de kerkfabriek, Douden Thienden, in de parochie Hildwarenbeeck.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: De akte is gecancelleerd.
Nummer: 1094

1558 juni 14

Ghysbertus Pels en Goeswinus de Brecht, zoon van Heer Johannes de Brecht, ridder, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Aelbertus, zoon van wijlen Hubertus, Diericxs soen, als wettige echtgenoot van Hadewig, dochter van, wijlen Henricus vanden Cuijlen, Henricx's soen, aan Petrus, zoon van wijlen Franciscus Vuchts, goudsmid, verkocht heeft:
  1. stuk weiland en houtgewas, 1 bunder groot,
  2. 1/4 deel van een bunder land,
  3. een stuk land, genaamd Die Schelle, 6 lopenzaat groot, aan weerszijden van een sloot in de parochie Schijnle naast de windmolen tussen het erfgoed van Adrianus Johannes, Goessens soen, aan een zijde en het erfgoed van Woltherus, Boudewijns soen, en verscheidene anderen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Adrianus, Goissens soen, naistelmaicker, en verscheidene anderen tot aan het erfgoed van Theodericus, zoon van Henricus, Jacops soen, en verscheidene anderen,
welke goederen belast zijn met:
  1. een cijns aan de buren,
  2. een erfcijns van 6 gulden aan Henricus, Willems soen, verbandmaker.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1095

1559 maart 14

Int jaer ons Heeren duijsent vyfhondert acht ende vijftich

Frans van Balen en Willem die Borchgreve, schepenen in Tshartogenbossche, oorkonden dat Ghysbrecht Tryssens, secretaris van Vrouwe Margariten van Culenborch, douagier van (Monchean ?) etc., aan Willem Pynappel, als meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, beloofd heeft te betalen 600 carolusgulden op het eerstvolgende feest van Kerstmis.
Zegels: (afhangend) beide licht beschadigd.
Nummer: 1096

1559 september 13

Gerardus de Vladeracken, zoon van Johannes, en Jeronimus Wijnants, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Christophorus en Anthonius, broers, en Lucia, hun zus, kinderen van wijlen Heer Jacobus Sanders, en Jeronimus, zoon van wijlen Gevardus, Willems soen, als wettige echtgenoot van Apolonia, dochter van wijlen Heer Jacobus, aan Jacoba, weduwe van Jacobus de Boesdonck, ten gunste van haar in haar vruchtgebruik en ten gunste van Johannes, Sanderus, Jacobus en Elisabeth, kinderen van wijlen Jacobus en Jacoba, overgedragen hebben een erfpacht van 4 mud rogge in 5 mud, een erfpacht (van een niet gespecificeerde hoeveelheid) uit een erfpacht van 10 mud rogge uit de helft die aan de verkopers van de voornoemde pacht tobehoorde in een windmolen in Schijndel en de watermolen Ten Steen in de parochie Berlikem op de plaats Middelrode en uit alle afhankelijke goederen van die helft, welke pacht van 10 mud Yewanus de Vanderic, als wettige echtgenoot van Oda, dochter van wijlen Egidius de Gheele, en Arnoldus, zoon van Egidius, aan Willelmus Loijer verkocht hadden.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1144

1560 september 5

Arnoldus de Campen en Johannes vander Stegen, zoon van Goeswinus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Reymbertus, Jans soen, als wettige echtgenoot van Jutta, dochter van wijlen Symon, Jans zoen, en Jutta aan Gerarda, weduwe van Michael, Jans soen, de Boxmeer overgedragen hebben een erfpacht van 1 mud rogge uit een stuk land, 6 lopenzaat groot, in de parochie Os Op Dosser Velt tussen het erfgoed van Rutgerus Comans aan een zijde en het erfgoed van Symon, Mathys soen, aan de andere zijde, welke pacht Jutta van Henricus, zoon van wijlen Cornelius Remmen, gekocht had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat aan Henricus het recht op terugkoop van die pacht voorbehouden blijft.
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1097

1560 oktober 4

  1. ... dat alsoo
  2. Jacob Bacx als gemechticht zoo hy verweerde gericht was met vonnisse der heeren sceepenen der stadt van
  3. tsHartoigenbossche tot huys erve ende hoff ende erffenisse dyen aenliggende ende thyen royen landts off
  4. daer omtrent ... inder parochien van Vucht sunte Lamberts tusschen erffenisse Philips
  5. van Boxtel ter eenre zyden ende tusschen erffenisse Lodewycks Wychmans ter andere zyden ende deen
  6. eynde streckende milten anderen eynde aen die gemeyn straet overmits gebreck van betalinghe
  7. eens jaerlycks ende erffelycks chyns van twee ende eenen halven florynen carolus ...
  8. welcken chyns voornoemde Catharina ... weduwe ... Peters Maurissen
  9. tegens Willemen zoone wijlen Hanricks van Hoechten inne cope hadde vercreghen ... nae
  10. uuytwysen ... scepenbrieven ... den twelfften dach
  11. octobri ... duysent vyffhondert ende veertich van welcken opgewonnen erffenissen
  12. den coop van recht die voirseyde Jacob Bax tot behoeff vander fabrycken ... van
  13. sunt Jan ... aen des richters roede vonnisse der heeren
  14. scepenen voirseyde vercreghen hebbende opten 23 ... augusti ... duysent
  15. vyfhondert sevenendevyfftich hadde daer voer geboden vyfftien gelycke florynen eens mitten costen
  16. ende schaden van recht ...
  17. ende want den cope van recht bejaert ende bedaeght
  18. waer ende Nycolaes vander Stegen Nycolaeszoen als gemechticht vander voirseyde fabrycken tot geheeler
  19. voldoeninghe vander raminghe ende ordinancien op allen opgewonnen erven gemaect op sondach
  20. lestleden by Jannen Hooze Everardtszoen dyender vander groender roeden der stadt vanden Bossche
  21. voirseyde voer den raedthuys der zelver stadt ende byden vorster tot Vucht hadde doen veylen omme
  22. op huyden ten huyse daeghe ... naebescreven daer op te sitten ende mitten van terlycken
  23. coop te sluytene SOO EEST DAT OP HUYDEN der vierden dach der manent van octobri int jaer ons
  24. heeren duysent vyfhondert ende tsestich bynnen den huyse genoempt sunte Nycolaes gestaen binnen
  25. aen die Merekt ... is
  26. verscheenen ... voer my notario openbaer ende der getuyghen ondergescreven ...
  27. Nycolaes vander Stegen Nycolaeszoen inder qualiteyt als voer ende heeft die voirseyde opgewonnen
  28. ghueden openbaerlycken ten buerde gestelt dmeest daer voer biedende waervoer alnoch die
  29. voirseyde Claes persisterende inne 't voeraende geboth byden voirseyde Jacobben Bacx als voirseyde is
  30. geboden heeft geboden die voirseyde vyffthien florynen int nemen vanden coop
  31. aen des richters roede gedaen geboden ende alnoch drie maell dorddenhalven florynen die
  32. geduerende deser opwinninghe vanden voirscreven chyns verschreven ende vervallen zyn midtsgaders
  33. allen die costen ende schaden van recht ter zaecken van desen voer ende nae gedaen ende
  34. geexbureert mitsgaders alnoch twee carolusgulden eens die de zelve Nycolaes heeft
  35. moeten betalen van verteerden costen ende herveylinghen tot drie maelen toe soo tot tsHertoigenbossche
  36. ende oock tot Vucht gedaen dat hij opte voirseyde opgewonnen erffrenten opten achthiensten dach
  37. septembri lestleden wandelende ter goeder trouwen ende nyet anders geweten hebbende de
  38. vorster tot Vucht en hedde die zelve erffenissen opten voirseyde 18 septembri gelyck Jan Hoes gedaen
  39. hadde geveylt ghehadt gelyck hem dat oock bevolen was te doene bynnen desen huyse heeft geseten
  40. ende laten verbueten ende dat de zelve vorster tot Vucht die proclamatien te dyen daghe nyet gedaen en hadde
  41. Item oock alnoch op huyden het gelaech andermael daer op te verdruncken onder protestatien dat die zelve
  42. Nycolaes inder qualiteyt als voer will blyven inne zynen scepenenbrieff ende inde waerscap daer inne
  43. genoempt ende geloeft om by faulte van betalinghe den zelven chyns te moegen manen ende betalinge
  44. daer van prosequeren ende zyne waerscappe te suecken daer hem dat gelieven ende gooetduncken zal
  45. Is oock geconditioneert ende geprotesteert Soo verre uemant ben buerde compareert meer voer die voerseyde
  46. opgewonnen ghueden biedende off daer op hogende dat die selve schuldich ende verbonden zall zyn den
  47. voirseyde Nycolaessen tot behoeff als voer volle ... betalinghe te doene binnen 14 ierst-
  48. comende daeghen oft inne weygeringhe ende vertreck van dyen sall ... Claes inder qualiteyt
  49. als voer die opgewonnen ghueden wederom aenverden ende anderwerff vercopen oft aen hem zelven
  50. houden als zyn eygen proper goet ende dat voere zyner tachterheyt ende zyne geboden ende voere
  51. geboden die verbuetinghe nyet tegenstaende die alsdan voer nyet geschiet gehouden zall wordden
  52. ende wandt ten daeghe den verbuetinghe nyemant en is gecompareert die meer voor die
  53. opgewonnen erven heeft willen bieden dan ... Claes ...
  54. Begerende daer aff die voirscreven Claes instrument ...
  55. daer by waeren heer ende
  56. meester Jan Goyartszoen priester, Dirick Dirickssoen ende Jan vander Meer getuyghen ...
  57. Et ego Johannes de Kessel clericus Leodiensis dyocesis ...
  58. notarius .
Dorsaal geen aantekening.
Nummer: 1702

1561 januari 7

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo

Godefridus de Vechel en Godefridus Lombairtz, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Johannes Nobelmans junior, als wettige echtgenoot van Agatha, dochter van wijlen Nicolaus de Guade, anders genoemd de Ravensteijn, aan Theodericus, zoon van wijlen Lambertus Remmen, Christianus Gobels en Gerlacus Arntssoen, als voogden van de kinderen van wijlen magister Willelmus Johannes Hemelaer Bleyecker en van wijlen Hadewig, zijn echtgenote, dochter van wijlen Willelmus de Tuijll, ten gunste van die kinderen verkocht heeft een erfcijns van 26 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Sint-Anthonius abt over een jaar uit:
  1. een zekere hoeve in de parochie Knechsel onder de rechtbank van Oerle op Den Oijenbosch, namelijk huizen, erven, schuur, bakkerij, schaapskooi, varkensstal, akkers, beemden, weiden, heidegronden, houtgewas, 4 mudzaat groot, en alle rechten en afhamkelijke goederen van die hoeve, welke hoeve Arnoldus de Lutsel nu bebouwdt,
  2. een zekere kamp, gedeeltelijk hooiland, gedeeltelijk weiden, 3 morgen groot, in de parochie Roesmalen Inde Poethove tussen het erfgoed van Johannes de Tangeren aan een zijde en het erfgoed van Johannes Egidij de Mechlinia aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Zegedijck tot aan (staat niets ingevuld !)
met als lasten op de hoeve in Knechsel 2 gewinchijnskens tot een totaal van 1 braspenning, de helft in het boek van Eyndhoven, de andere helft in het boek van Oirschot, 1 mud rogge aan de kinderen van wijlen Johannes Gecx, erfpacht van 1 zester rogge aan een zeker ziekenhuis in de stad Eyndhoven, een erfpacht van 1 mud aan het "ziekenhuis" in Knechsel, 1 pond was aan de kerk van Knechsel en op die kamp een erfcijns van 3 gulden en 1 stuiver aan de abt van Berne. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 400 carolus gulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde echter dat de verkoper deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
N.B.: Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Everardus Berwouts en Johannes van de Steghe, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1586 mei 14.
Nummer: 1464

1561 september 1

Godefridus Lombarts en Johannes de Liebergen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Iudocus, zoon van wijlen Johannes de Nulant, zoon van wijlen Henricus Joosten de Nulant, als erfgenaam van wijlen Catharina, wettige weduwe van Godefridus de Zassenelt, zoon van wijlen Theodericus, aan Johannes Lievenzoen de Mennen overgedragen heeft een erfpacht van 1 mud rogge, in een erfpacht van 2 mud uit een erfpacht van 8 mud rogge uit de goederen Ter Cuylen in de parochie Ricxtel en uit alle afhankelijkheden van die goederen, welke pacht van 2 mud Godefridus van Jacobus, zoon van wijlen Spintherus vander Mere, en wijlen Henrica, diens echtgenote, dochter van wijlen Jacobus de Kessel, verkregen had en welke pacht van 1 mud Johannes de Nulant aan Judocus als bruidsschat gegeven had.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: De akte is geraseerd.
Nummer: 1456A

1561 september 4

  1. Ich Johann van Wittenhorst, droest des ambtz Mumssaert, hy und bekenne mijn dijsser mijner besegelde
  2. und under betijkende hantscryefft voijr ick mijt consent und belijffden Margreet van Bre-
  3. rardt mijnder hausfrauwen op genommen und ten danck ontfangen heb vann
  4. Hendrijck vander Ax, boerger der stadt Ruremunde tue hondert beschijden
  5. Joechem daller op condicien hijer na bescrijeffen the weten dat ijck mijt dijssen
  6. gemelte Hendrijck gelasse dij tue hondert daller incommende Petri ad Cathedram ...
  7. dusent Vc tueendsestich wijdderumb tho geven und in sijnen handen
  8. ofte holder dysses brijeffs tho betaalen mijt noch ein jaer pesion ijderen hondert vijff
  9. dar selviger daller wijllick mackt jaerlicks tijn daller Offt sijch auch begrijeff dat ijck
  10. gelaeffe voijr elude den voergeseyde Hendrijck offte helder dijsses brijffs alle jaer tho
  11. betalen tijn beschijden daller ... tho der wijdder loesung
  12. tho und offt syck (begyff) datt gebreck an dij jaerlicke pesion quem dat doch
  13. nijt geschijen sall mach Hendrijck voerges. unse und alle unse guderen van
  14. wat naturen sij sijn aen enige rechtz forderung darfur an syn aresteren
  15. becumme van tho sijner hoefft summaru und dij unbetaelde jaer rent tho
  16. und mitz dijsse gelaeffen voijr elude gemelte Hendrijck oft helder disses breijffs
  17. tho synen gesymen alle tijt better und genochsam tho bewarung dat
  18. Hendrrijck offt helder dijsses brijeffs dar nyet verwart vrije recht sullen syn. Dese heeft
  19. gemelte Hendrijck ons eluden tho gelaten und verguent dat wanner
  20. unst geleijften sall dije losse tho doen und wanuns nijet gelegen en were dij
  21. tue hondert daller tho samen tho leggen dat wij mijt pijn hondert der selver
  22. ?ger daller moegen loessen und quiten mijt mijt betaldende und restanden und
Nummer: 1703

1561 september 10

  1. ... zy kennelyck eenen yegelycken dat alzoo Peter Vuchts,
  2. zoen Franciscus Vuchts, gericht was byder richter der stadt van Shertogenbossche mits vonnisse der scepenen der selver stadt tot eenen huijse,
  3. eene hoff, scheepskoye ende erffenisse dien aanliggende, int geheele thien loepensaet lants, ... inder
  4. prochien van Tilborch inde ... Commerstrate tussen de erve Jans van Roij ende den erffgenaemen Cornelissens Janszoen ende
  5. Annekens, zyner huysvrouen, deen zyde, ende tusschen den erffenisse der voirseyde erffgenaemen ende dandere erffenissen Aelberti Henricx Abensoen
  6. dander zyde, streckende vanden erffenisse des persoonaetscaps van Tilborch totter voorscreven gemeynder straeten toe, noch toe eenen stuck
  7. seylants, 3 lopensaet lants ofte daer omtrent groot ... inder prochie ende plaetse voerscreven tusschen den erffenisse der
  8. erffgenaemen Lucassens van Amersoijen deen zyde ende tusschen den erve der voorsreven erffgenaemen ende eenen graven genoempt
  9. Steuwaeterlaet dander zijde, streckende totten heerwech toe. Noch tot eenen stuck weijlants ... inder voorscreven prochien ende
  10. plaetsen tegens oever der voorscreven ierstgenoempde erffenisse van 3 loepensaet ... tussen den erve der
  11. voorscreven persoonaetscappen deen zyde ende deen eynde ende tussen der voorseyde straeten dander zijde, streckende metten anderen eynde totten
  12. erve Jans die Bruijn. Ende noch tot eenen stuck seijlants, een sestersaet lants ... inder voorscreven
  13. prochien in de plaetsse ... Lovensacker ... int eynde vander ... Molenstraet tussen den erve Claessens Boot
  14. deen zijde ende tusschen den erve Ghijsberts zoon Willems Ghijsbertszoon dander zyde, streckende vanden erve der voorscreven
  15. erffgenaemen Lucassens van Amersoijen totten erve der voorscreven personaetscappen, overmidts gebreck van betaelinge eens jairlycx
  16. ende erffelycx chyns van 6 carolusg. ...
  17. welcker chijns die voorscreven Frans Vuchts tegen Aelberden
  18. zoon Henricx Aben by coope vercregen hadde ...
  19. hebbende mede die voirgenoemde Peter den coope dair van tegens den voorscreven richter
  20. ende mits vonnisse der voorscreven scepenen vercregen op 14 aug. 1
  21. 560. Ende dair voir geboeden 42 car. gulden ...
  22. Synde nu den selven coope
  23. bejaert ... die voirgenoemde Peter, opwinnere, in voldoeninge der lester solempnifacien naegaende der raeminge ende ordinancie in allen
  24. opwinningen van erven gerequireert ende tussen der voorscreven stadt ende huerder Meyeryen gemaict de voorscreven opgewonnen gueden ende
  25. erffenissen op sondach lestleden soe voorden raidhuyse ter peyen aff der voorscreven stadt als tot Tilborch voorscreven ter gewoendelycker
  26. plaetsen, soe hy verclaerden, heeft doen veylen gehadt om die ten huijse, daige ende tijde nabecreven, oipenbairlyck ten boerde te slijten. Soe eest dat
  27. in ... 1561 op 10 sep. ...
  28. voir mij
  29. notario oepenbaer ende den getuijgen ondergescreven is erscheenen die voorgenoemde Peter, opwinnere, ende heeft aldair de voorscreven op gewonnen
  30. gueden ende erffenissen ... ende dair voir ... geboden 42
  31. car. g. ... Alnoch zessder gelycke carolus gulden eens loepende het jair
  32. vander opwinningen meer verscheenen tot dien alle die costen aenden schaeden van recht voir ende nae ter saicken der opwinninge gedaen
  33. ... die voorscreven Peter Vuchs aende voorgenoemde opgewoonen gueden ende erffenissen gebleven ... (Er wordt geen plaats van handeling aangegeven)
  34. Aldus geschiet in presentien van Henricken soon Peters Andrieszoen, ende Gerairden
  35. Peterzoen, ingesetene der voorsreven stadt als getuijgen ...
  36. Et ego Andreas Oems, Busciducensis ... notarius ...
Nummer: 1830

1561 november 13

  1. zy condt ende kennelyck eenen yegelycken dat alsoo Jan soene wylen Mathyssens vanden Meer alias
  2. van Oerle gericht is geweest byden richter der stadt van Shartoigenbossche midts vonnisse der heeren
  3. scepenen der selver stadt tot aenden steenen huys met leyen gedeckt synen erve, hoff ende afterhuys met
  4. allen den rechten ende toebehoerten genoempt gemeynhick den nieuwen throon ... inder prochie van
  5. Vucht sunte Peters tusschen den kerckhoff der kercken van sunte Peters ahdaer aen deen zyde ende anders
  6. ront somme die gemeyn straet aldaer aenliggende overmidts gebreck van betaelinge eens jaerlycken ende erffelycken
  7. chyns van twelff florynen carolusgulden ... welcken chyns
  8. Lubbert soene wijlen (Swees ?) van Bemmel gelooft hadde als schuldenaer principael ... te betaelen
  9. den voorseyden Jannen vanden Meer ...
  10. gelyck inne scepenen brieven
  11. vanden Bossche ... op gemaect breeder staet begrepen wesende vanden datu den darthienden dach der maent
  12. van novembri ... duyzent vyffhondert een ende tsestich mede hebbende die voorseyde
  13. Jan vanden Meer den coope aff tegens den voorseyde richter aenden ... vonnissen der voorseyde heeren
  14. scepenen vercregen opten seventhiensten dach der maent van august int jaer XVc ende tachtentich
  15. hebbende dervoor geboeden sess ende dertich gelr. gulden eens met allen die costen ende scaden van recht allet
  16. selver naerder ende breeder blyckende by den vonnisboeck inder scryfcameren onder den secretarissen der voorseyde stadt
  17. berustende wesende tselve coopnemen bejaert ende bedaecht, heeft die voorseyde Jan vander Meer (euctuer ?) inden
  18. name ende qualiteyt voorseyde tvoorseyde opgewonnen huys metten toebehoerten op sondach lestleden ter (peyen ?)
  19. aff deser stadtende inder prochie van Vucht ter gewoonlycke plaetsse ende tyde doen
  20. (veylen ?) gehadt Gel Wernaer Greverarts dienaer vander groender reeden ten Buerden heeft geaffirmeert
  21. ende gel. oyck die voorseyde Jan vanden Meer verclaerden dat tot Vucht dat tot Vucht voors. behoorlyck is geschiet
  22. geweest ende (gel. ?) hy by certifcatie sall doen blycken omme achtervolgende ende voldoende de raminge
  23. ende ordinancien der voorseyde stadt ende haerder Meyerye op allen opgewonnen goeden gemaect de voorseyde
  24. opgewonnen erffenisse ten huyse, daige ende tyde naebescreven voor enen iegelicken geinteresseerden ende
  25. (Jannerst ?) daer voor biedende ten buerde ende ten verbueten te stellene. Soe eest dat inden jaere desselfs
  26. ... duyzent vyffhondert een ende tachtentich opten drie ende twintichsten dach der maent
  27. van augusto ... inder openbaeren herberge ...
  28. Groeneborch ... aenden gemeyn merct voor mij notario openbaer ende den
  29. getuygen naebescreven is verscheenen die voorseyde Jan vanden Meer (euictuer ?) ende heeft aldair voor enen
  30. jegelyck ...
  31. huys, erve, hoff ende afterhuys met allen die rechten ...
  32. ende heeft daer voor geboden die voors. sess ende dartich gulden eens int coopnemen
  33. geboden synde met allen die costen ende scaden van recht soe voor als nae ter saken deser evictien
  34. gedaen metten ... met alnoch een jaer achterstels loopende ende
  35. geduerende dese evictie meer verschreven midtsgaders den voorseyden jaerl. ende erffel. chyns
  36. van twelff carolusgulden inder erffelicheyt ende dat voor soe viele die voorseyde opgewonnen
  37. erffenissen mitten toebehoerten int verder sleijten ende prijsers voorden voorseyde chijns ende afterstell
  38. metten costen van recht goet genoch bevonden sullen wordende ende vorder est andersins nyet
  39. reserverende alsoe die waerscap in synen scepenenbrieven begrepen omme die selve waerscap
  40. te (finerken ?) ende prosequieren soo hy te rade bevynden sall te behooren soe ende inne sulcker
  41. vuegen dat hy nae drie sondaghe veylinghe die voorseyde huysinge van meyninghe is
  42. oepenbaerlyck te vercoopen ende wes vertaen te certe sall moigen comen dat hy daer aff van
  43. meyninghe is te soecken de waerscapp in synen scepenen brieven begrepen ende gellentse meer
  44. is hy van meninghe te emploijeren to behoeff vanden geinteresseerden volgende dordinancie op allen
  45. opgewonnen erffenisse gemact mit conditien in deser oock toegedaen dat die gheene (die ?)
  46. deur meer biedinghe met uuytganck der bernende karssen aenden voorseyde opgewonnen erffenisse blijft
  47. gehouden ende verbonden wesen zall binnen veerthien ierstcomende dagen des voorseyde evictuer volle
  48. betaelinfghe ... te doen van allen die voorseyde geboeden gebrecken ende tafterhaden ander-
  49. sins ende by faulte van dien is hy van meyninghe de voorseyde opgewonnen erffenisse wederom
  50. te aenverden ten beurden oft andersins te verrcoopen oft aen hen selven mogen behouden nae synen
  51. geliefen daraff protesterende ende want aldaer nyemant ten buerden ende compareerden meer biedende
  52. dan die voorseyde evicteur ...
  53. Soe is den voorseyde Jan vanden Meer ... aenden voorseyde
  54. opgewonnen erffenisse mitten toebehoirten gebleven. ...
  55. inne presentien van Jacobben Mathyssen van Zoerendonck
  56. Willemen Pynappel, ingebieder, Franssoen Michielssoen, Gerarden Janssoen, Mathyssen Mathyssoen ...
  57. Et me Johanne de Beerdonck notario publico ...
Nummer: 1457A

1561 november 13

Rodolphus die Bever, zoon van Johannes, en Segerus Adriani, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Mathias vander Meer, anders genoemd de Oirle, aan Lubertus, zoon van wijlen Assuerus de Bemmel, gegeven heeft een stenen huis met een leien dak, erf, hof, achterhuis en al zijn rechten en afhankelijke goederen, Den Nyeuwen Throon, in de Sint-Petrusparochie in Vucht tussen het kerkhof van de Sint-Petruskerk aan een zijde en aan alle andere zijden tussen de openbare weg voor:
  1. een grondcijns van 5 stuivers aan de hertog,
  2. een niet afkoopbare cijns van een ½ £ aan het kapittel van de collegiale kerk in Sint-Oedenrode,
  3. een niet afkoopbare cijns van ½ £ aan Arnoldus de Campen,
  4. een niet afkoopbare cijns van 1 £ aan de Sint-Petruskerk in Vucht en de Tafel van de Heilige Geest aldaar,
  5. een niet afkoopbare cijns van 4 £ aan de kinderen van wijlen Heer Jacobus Sanders,
  6. een afkoopbare cijns van 3 gulden en 5 stuivers aan Luytgardis, dochter van Laurentius die in Boextell woont,
en voor 12 carolus gulden aan Johannes, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1704

1561 december 30

Henricus de Eynhouts en Segerus Adriani, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Petrus Henrici Aerntszoen aan Jacobus, zoon van wijlen Arnoldus Romboutszoen, ten gunste van hem en van Romboldus en Johannes, zijn broers, verkocht heeft een erfcijns van 3 carolusgulden en 15 stuivers, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Kerstmis uit een huis, erf, hof en aangrenzende akkers, aan weerszijden aangrenzend, 19 lopenzaat groot, in de parochie Os tussen het erfgoed van de verkoper aan een zijde en het erfgoed van Heymericus, zoon van Remoldus Goyens aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare straat tot aan het erfgoed van Arnoldus, zoon van Johannes Arntszoen, en verscheidene anderen. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met 61½ carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige cijnzen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1098

1562 februari 1

  1. Wy Prelaten, Edelen ende Steden representerende de drye Staten van Slants van Brabant hebbende den 29 dach octobris in 1562 ...
  2. ten versuecke vanden heeren vanden finantien ons Heeren des Conincx als hertoge van Brabant geconsenteert dat Heer Anthonis van Stralen ridder, Heer van Merxem ende Dambrugge soude erffelycken renten opt gemeyn lant van
  3. Brabant vercoopen te quytene den penn. XVI ende XVIII totter somme van 100.000 £ Artoys eens om daer mede te lossene ende te betalene zoe vele obligatien als wy voere Zyne Majesteit hebben inden jaere 1558
  4. den cooplude gegeven om daer aff gerembourseert te zyne metten penningen die procederen souden vanden vercoop vanden demeynen in Brabant hebben dyen achtervolgende vercocht ende vercoopen midtz desen Tielman
  5. Willems ende Gielis Jacops tot behoef van sinte Cornelis Capelle opten Vuchterendyck een erff. renthe van 6 carolus gulden ende 5 stuvers ...
  6. overmidtz dyen dat de voerseyde Tielman ende Gielis tot behoeff voerseyde ons daer
  7. voer heeft uuytgereyct de somme van 100 carolus gulden eens die inde lossinge vanden voerseyde obligatien nae uuytwysen vanden acte vanden toerseyde consente zyn geemployeert daer aff van ons houden
  8. wel vervuecht ende gecontenteert. Ende geloven elck van ons een voer al ende int bezunder die voerseyde jaerlycxe rente van 6 car. en 5 st. den voern. Tielman Willems ende Gielis Jacops
  9. tot behoeff voers. telcken halven jaere deen hellicht daer aff te ... betalenen ... by handen Jacob Grounaye oft by Jacop Bacx zynen gecommitteerden int quartier van
  10. sHertogenbossche daer aff dierste half jaer verschynen sal opten iersten dach ... augusto naestcomende ende dander hellicht opten iersten dach ... februario daernaestcomende
  11. ... oft zesse wecken nae elcken voerseyde termyn ombegrepen. Toeseggen ende geloven voets den vorseyde Tielman ende Gielis tot behoeff voerseyde van
  12. nu voertaen ter causen vanden jaerlycxen rente van 6 car. fl. en 5 st. van quyte ende ongelast te houden van allen beden ... der. coninck ...
  13. mit sulcker conditien ende voerweerden dat wy oft onse ... gecommitteerden die voerseyde rente altyt sullen moegen lossen ... elcken carolus gulden met 16
Nummer: 1831

1562 februari 18

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo primo

Henricus de Eyndhouts en Godefridus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van Henricus, zoon van wijlen Hermannus Vilts, als wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van wijlen Nycolaus, zoon van wijlen Zegerus Hanmacker, aan Laurentius, zoon van wijlen Petrus de Tongerle, brouwer, in cijns heeft gegeven een huis en erf met zijn afhankelijke goederen in de Cruystraet tussen het erfgoed van de weduwe van Johannes de Peer aan een zijde en het erfgoed van Godefridus de Stiphout en verscheidene anderen aan de andere zijde, zich achterwaarts uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed en het huis van Johannes de Tangeren Geysenssoen voor:
  1. een grondcijns aan de hertog van 1 Willelmus Thuyn,
  2. verscheidene cijnzen tot aan bedrag van 8 £ aan diverse (niet gespecificeerde) personen,
  3. een afkoopbare cijns van 6 gulden aan Yda Roeloffs en haar kinderen,
  4. een niet afkoopbare erfpacht van 1 mud rogge aan de huisarmen op de Vismarkt,
  5. een erfcijns van 18 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper over een jaar.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 1099

1562 mei 11

Henricus de Eyndhouts en Rodolphus die Bever, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Symon, zoon van wijlen Johannes, Symoens soen, wettige weduwnaar van Heylwig, dochter van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Waltherus Custers, aan Johannes, zoon van Symon en Heylwig, heeft overgedragen zijn vruchtgebruik in:
  1. een stuk land en een stukje heide die aan elkaar grenzen in de parochie Aerle op de plaats Inde Heel tussen het erfgoed van Johannes Lemmens en verscheidene (niet gespecificeerde) anderen aan een zijde en zich uitstrekkend met een einde tot aan het openbare water Den Gemeynen Loope, welke Symon van Henricus, Jans soen, vanden Laer gekocht had,
  2. een ander stuk land, genaamd Den Slyckecker, tussen het erfgoed van het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Lambertus Arnoldi, Gerits soen, aan de andere zijde, welk stuk land Symon van Thomas Reyneri, Maes soen, gekocht had.
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1100

1562 mei 11

Henricus de Eynhouts en Rodolphus die Bever, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Symon, zoon van wijlen Johannes Symonssen, wettige weduwnaar van Heylwig, dochter van wijlen Willelmus, zoon van wijlen Wolterus Custers, aan Johannes, zoon van hem en van Heylwig, had overgedragen zijn vruchtgebruik:
  1. in een stuk grond en een stuk heidegrond die weerszijden aan elkaar grenzen in de parochie Aerle op de plaats In Die Heel tussen het erfgoed van Johannes Lemmens en verscheidene anderen aan een zijde en zich uitstrekkend met een einde tot aan het gemeenschappelijke water Den Gemeynen Loope,
  2. een ander stuk grond, Den Slyckecker, tussen het erfgoed van het Onze-Lieve-VrOuwealtaar in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Lambertus Arnoldus Geritssen aan de andere zijde.
Johannes is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Willelmus Pynappel, magister Johannes, zoon van magister Goswinus vander Stegen en Johannes de Liebergen, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan ten gunste van die fabriek die 3 stukken overgedragen met als last een grondcijns van 1 oude groot uit die stukken grond In Die Heel, welke overdracht plaatsvond als ruil voor enkele (niet gespecificeerde) erfgoederen welke Johannes vandaag in erfrecht gekregen heeft.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel onbeschadigd.
Nummer: 1101

1562 december 15

Jan Aert Reynbouts zoen en Jan Lambrechtssen van Buerden, schepenen in Tilborch en Ghoorll, oorkonden dat Zebrecht soen van wijlen wijlen Jans Anthonis Diercx zoen en Willem, soen van wijlen Gherit Zibben, als man van Heylwig, dochter van wijlen Jan Anthonis Diercx soen, aan heer Niclaes, priester, zoon van Peter Vuchs, ten gunste van zijn vader, verkocht hebben een erfcijns van 25 stuivers met de achterstallige bedragen van 8 jaar uit:
  1. huis, hof, schuur en aangrenzend erfgoed, 8 lopenzaat groot, in de parochie Tilborch in de Commerstraet tussen het erfgoed van Heylwich en Anthonissen, dochters van Jan Royen aan een zijde en het erfgoed van de persoonsschap van Tilburg aan de andere zijde, zich uitstrekkende vanaf de heerbaan tot de Commerstraet,
  2. een stuk weiland, 3 lopenzaat groot, tussen de Commerstraet aan een zijde en een openbare waterleiding aan de andere zijde en met een einde aan het erfgoed van de persoonsschap en met het andere einde aan het erfgoed van Jan de Bruyn,
welke cijns Aelbrecht, zoon van wijlen Henrick Aben, aan Jan, zoon van wijlen Anthonis Diericx zoen, vader, en Zweer van Zebrecht en Willem, beloofd had te betalen, en welke cijns met een bedrag van 20 karolusgulden losgekocht kan worden.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1102

1563 februari 1

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo secundo

Woltherus de Achelen en Arnoldus de Campen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, Romboldus en Johannes, broers, zonen van wijlen Arnoldus, Rombouts zoen, aan Christina, dochter van wijlen Lucas, Steyns soen, overgedragen hebben een erfcijns van 3 carolusgulden en 15 stuivers uit een huis, erf, hof en akkers die er weerszijden aan grenzen, 19 lopenzaat groot, in de parochie Os tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen Petrus Henrici, Aernts zoen, aan een zijde en het erfgoed van Heymericus, zoon van Remboldus Goyens, aan de andere zijde, welke cijns Jacobus ten gunste van hem en ten gunste van Romboldus en Johannes van Henricus op 30 december 1561 gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1705

1563 juni 7

Arnoldus de Campo en Goeswinus Pynappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Leonardus, zoon van wijlen Wilhelmus Oens, aan Anthonius, zoon van wijlen Jacobus Symonis, verkocht heeft een erfcijns van 2 karolusgulden uit het derde deel van 6 morgen in de parochie Druenen op de plaats Nyeuwe Cuyck tussen het erfgoed van Arnoldus, zoon van wijlen Zegerus Janszoen aan een zijde en het erfgoed van de Haestrecht, in leven wereldijk heer van Druenen, aan de andere zijde, welke cijns Heymannus, zoon van wijlen Johannes Berntszoen, als wettige echtgenoot van Katherina, dochter van wijlen Zegerus Janszen, aan Katherina, dochter van wijlen Johannes Scuts, wettige echtgenote van Ghisbertus Ghisbertszoen, verkocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Een gedeelte van de tekst is ook met speciale lamp onleesbaar.
Nummer: 1103

1563 oktober 8

Jan Aert, Reynbouts soen, en Jan, Lambrechts soen, van Buerden, schepenen in Tilborch en Ghoorll, oorkonden dat Peter Vuchs, zoon van wijlen Franchoys Vuchs, inwoner van Den Bosch, door de rechter van Den Bosch in het bezit werd gesteld van een huis, erf, hof, schuur, schaapskooi en aangrenzend erfgoed, 10 lopenzaat groot, in de parochie Tilborch in de Commerstrate tussen het erfgoed van Jan van Roy en de erfgenamen van Cornelis, Jans soen, en Anneke, diens echtgenote, aan de andere zijde, omdat Albert Henrick, Aben zoen, in gebreke was gebleven bij de betaling van een erfcijns van 6 carolusgulden die Franchois van hem gekocht had. Peter en Aelbrecht zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en zijn het volgende overeengekomen:
  1. Aelbrecht zal ten gunste van Peter afstand doen van dit huis, hof, schuur, schaapskooi en landerijen.
  2. Hij zal zijn woning mogen behouden tot de eerstvolgende 1 mei.
  3. Hij zal de landerijen nog een keer mogen bezaaien, met uitzondering echter van 1 zester land welke Peter Vuchs aan Jan Anthonis verpacht heeft.
  4. Peter Vuchs zal de obrerigst van de hele oogst met Aelbrecht gelijk opdelen.
  5. Aelbrecht zal voor het zaaien krijgen een mauwer roggen.
  6. Aelbrecht zal van Peter onmiddellijk na het verlaten van dit huis en erfgoed ontvangen 45 carolusgulden.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1706

1564 februari 15

Burgemeesters, schepenen en raden van de stad Haarlem oorkonden dat Jacoba Jacobs, weduwe van Joost Peterszoen, hopkoper, voor hen verschenen is en uit de weeskamer ontvangen heeft alle akten betreffende de goederen waarop haar kleinkinderen recht hebben en Jacob Joosten volmacht gegeven heeft om haar kleinkinderen te geven akten betreffende een recht van 5½ ? in de stad Den Bosch, die op naam staan van Goessen Henrichszoen staan, wonend buiten Den Bosch en van alle renten die Jacob verkocht heeft kwitantie te doen en een stuk land, Den Nemelaer opte Dungen te vervreemden en de penningen daarvoor te ontvangen.
N.B. Deze akte wordt gevidimeerd in een akte van Goeswinus de Brecht en Godefridus de Vechel, schepenen in Buscoducis, gedateerd op l5 februari 1564. Van de akte is de rechterkant afgesneden.
Nummer: 1104

1564 februari 15

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo tercio

Goeswinus de Brecht en Godefridus de Vechel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van schepenen in Haarlem, 1563 ? 9, gevidimeerd hebben.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Een gedeelte van de akte is er afgesneden.
Zie voor de (gedeeltelijke) inhoud van de gevidimeerde akte op de oorspronkelijke datum.
Nummer: 1104

1564 november 7

  1. Alsoe wij Prelaten, Edelen ende Steden representerende die drie Staten Slants van Brabant hebben opten Xxen dach der
  2. maent van octobri inden jaere XVc vier ende tesestich Onsen Heere den Coninck als hertoge van Brabant gheconsenteert gehadt onder andere een bede van drye hondert duysent ponden artois eens te vindene by vercoop van erffelycke losrenten op tgemeyn
  3. lant van Brabant behoudelyck dat Zijne Majesteit by middele van mijnen heere van Grobbendonck, tresorier generael oft anderen in zynen eygenen naem soude 't verloop van de voorseyde renten allen halven jaere oft ten minsten binnen zesse weken daer nae
  4. inden tyt van vyf jaeren alsoe doen betaelen in handen van onsen gecommitteerde binnen de vier hooffsteden des voorseyde lants dat ons noch den renthefferen egeen schade noch quaede geloove en geschiede maer wy wederom hebben van contentende
  5. inden verstande dat wy dezelve renten lossen zullen mit eenige bequame middelen by ons int vyffste jaer te resolverene. Soe eest dat wy begeerende tvoorseyde ons consent teffectuerene hebben vercocht ende vercoepen mits
  6. desen heer Gertsoen wylen Adriaen Bernaert, priestere ende Katherine, dochtere wylen Emwaerts van Wyntelre eene erffelycke rente van twaelf carolus guldenen ende thien stuvers ...
  7. overmits dat de voorseyde heer Gert ende Katherine ons daervooren hebben uuyt gereyckt de somme van 200
  8. der voorseyde carolus guldenen eens tot behoef van Zynen Majesteit uuytwysen vanden acte vanden voorseyde consente daeraf zynde zyn bekeert. Daeraf wy ons houden wel bevuecht, ende gecontenteert. Ende geloven elck van ons een
  9. voor al ende int besundere die voorseyde jaerlycxe rente ... telcken halven jaeren deen hellicht daeraf te goeden ...
  10. by handen van onsen gecommitteerde int quartier van Tshertogenbossche daerap deerste half jaer verschynen zal opten zevensten dach van meye naestcomende ende dander hellicht
  11. opten zeventsten dach van novembri daernaest volgende. ... oft zesse weken naer elcken voorseyde termyn ombegrepen. Toe seggen ... voorts de voorseyde coopers
  12. van nu voortaen ter causen vanden voorseyde jaerlycxe rente van ... wy quyte ende ongelast te houdene van allen beden ende subventien onsen ... Coninck, zyne naecomelingen ...
  13. het waere als ruyter gelt metten Xen, XXen, minderen oft meerderen penninck gewoonlijcke oft andere manieren geëxcogiteert oft te excogiteren ende te denckene hoe danich dat tzelve sonder moegen by
  14. gebracht wordden, al waert oock soe datter andere renten binnen den voorseyde lande beset oft belast wordden. Ende oft interest hadden tzy int vervolgen mit rechte oft anderssins. Soe gelooven wy de zelve alle die voorseyde
  15. costen, schaden ende interesten te restitueren. Ende om alle die voorseyde voorweeren geloeften ende conditien wel ende getrouwelick tonderhouden ende te volbringen hebben wy verbonden ... onse heere
  16. en naecomelingen elcken van hen een voor al ende int besundere Onse ende der voorseyde onser heeren ende naecomelingen goeden have ende erffve tegenwoordich ende toecomende ...
  17. voor alle heeren ende gerechten den zelven ons ende onse goeden tot huiren bedwange daervooren submitterende. Om by hen totten onderhouden vanden voorseyde geloeften reelycken ende effectuelycken
  18. bedwongen te wordden hebben vertegen ende gerenuncieert ... voor ons ende onse naecomelingen alle exceptien ende beneficien die ons van rechts oft costuyme wegen tegen tgene
  19. des voorseyde is eenichsins souden moegen te bate commen Als onder andere dat die voorseyde penningen niet souden betaelt oft gelevert ende als vooren geemployeert zyn dat deen nyet en zoude moegen wordden geheyscht, vervolght
  20. oft geexecuteert sonder dandere gesommeert te zyne. Alle respyten ende andere gratien oft brieven die wy van eenige geestelycke oft weerlicke heeren oft princen souden moegen vercrygen oft doch sonder onser
  21. versuecke by hen ons verleent soude moegen wordden hoedanich die gemaeckt souden moegen wesen daermede die voornoemde geloeften eenichssins belet oft verachtert somen moegen worden
  22. Ende besundere den rechte seggende dat generaele renunciatie nyet genouch en is ten zy dat speciaele voorgae ende van allen anderen dingen die ons tegens die voorseyde geloeften souden moegen helpen
  23. Ende de voorseyde coopers eenich achterdeel oft belet doen wat sulcker conditien ende voorweerden dat wy oft onse daertoe gecommitteerde de voorseyde jaerlycxe rente altyt zullen moegen lossen ... elcken
  24. carolusguldene met 16 ... carolusguldenen ... ende metter rente die ten tyde vanden voorgenoempde
  25. lossinge ... ende achterstel ...
  26. Soe hebben wy desen brief doen besegelen met onsen gemeynen segele
  27. Gegeven 7 november
  28. 1564
Dorsaal:
  1. Dese rente is gereduceert totten penning XXtich ingaende metten 1en september XVIc acht ende vijfftich. J. Focanus.
  2. Numero 5 (Vander Weeghe).
  3. folio 5.
  4. folio 4.
  5. Numero 316.
  6. Voir Mayken (brueder ?)
  7. ende die medeerfgenamen.
Zegel: klein fragment.
Nummer: 1707

1564 november 8

  1. Alsoe wy prelaten, edelen ende steden representerende die drij staten slants van Brabant hebben opten XXen dach der mant van octobri inden
  2. jare 1564 ons Heere den Coninck als hertoge van Brabant geconsenteert gehadt onder andere een bede van drye hondert duysent ponden ... te vindene by vercope van
  3. erffelyck losrenten opt gemeyn lant van Brabant behaudelyck dat syne Majesteit by middele en mynen heere van Grobbendonck, tresorier generael of andere in synen eygenen naem soude tverloop
  4. vande voerseyde rente alles halven jaere ... (zie voorgaande akte !)
  5. vercoopen midts desen Tielman Willems ende Peeter Loekemans tot
  6. behoef van Sinte Cornelis cappelle opten Vuchteren dijck ... eene erffelycke rente van 6 karolus guldens en 5 stuvers ...
  7. overmidts dyen dat den voerseyde Tielman Willems ende Peeter Loeckemans ons daer voeren
  8. heeft uuytgereyckt die somme van hondert ... karolus gulden eens ...
  9. daer aff dierste halff jaer verschynende sal opten
  10. achtsten dach van meye naestcommende ende dander hellicht opten achtsten dach van novembri naestvolgende ... oft
  11. sesse weecken naer elcken volgenden termyn ... toe seggen en gelooven voorts den voorseyde Tielman ... ende Peter ...
  12. wij quyten ende ongelast te houdene van alle beden ... (zie 7 nov. 1564 Sint-Jan)
  13. mit sulcker conditien ende voerwaerden dat wy oft onse daer toe gecommitteerde die voerseyde ... rente altyt sullen moegen lossen elcken karolusgulden met 16
  14. guldens, met de rente van het jaar van terugkoop
  15. en de achterstallige bedragen
  16. 8 november 1564.
Dorsaal:
  1. Dese rente is gereduceert totten penning XXtich ingaende metten 1 september XVIc acht ende vyfftich. J. Focanus.
  2. Numero 3 (Vander Weeghe).
  3. Folio 8.
  4. Folio 5.
Zegel: ontbreekt.
Nummer: 1708

1565 augustus 9

Henricus de Eyndhouts en Jeronimus Wynants, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Johannes, Henricx zoen, als wettige echtgenoot van Christina, dochter van wijlen Johannes, Bertrams zoen, in haar naam, als erfgenaam van wijlen Christina, dochter van wijlen Aelbertus, Diericx zoen, die becker, aan Godefridus, zoon van Godefridus vanden Donck, ten gunste van Ghijsbertus en Maria, kinderen van wijlen Johannes, Ghysberts soen, zeeldreyer, overgedragen hebben het derde deel en alle rechten die hen toebehoorden in een erfcijns van 12 carolus gulden uit 2 huizen, erven en hoven met hun afhankelijke goederen, die vroeger van magister Willelmus de Busco waren, in een zeker straatje dat zich uitstrekt van de Hynthamerstraat naar het huis van de zusters van Orthen tegenover het kerkhof van de Sint-Jan tussen dat straatje aan een zijde en het erfgoed van de Lieve-Vrouwebroederschap aan de andere zijde, welke hele cijns Aleydis, dochter van wijlen magister Willelmus de Busco, weduwe van Zegerus, zoon van wijlen Johannes Goyaerts de Hedel, krachtens het testament van Zegerus aan Christina verkocht had op 1530 januari 14. (anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo nono)
Dorsaal: gecasseerde renten ende schultbrieven.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1145

1565 september 30

Jeronimus Wijnants en Geraerdt Pels, schepenen in Tsartogenbossche, oorkonden dat heer en meester Cornelis, soene Eymbert, Claes soen, priester en en kanunnik in de Sint-Jan, Peeter Coolen, priester en kanunnik in de Sint-Jan, Jan Pynappel, Jans soen, en Jan, Thielmans soen, als voogden van Luytgardis, dochter van wijlen Arnts soen, zoon van Eymbert, Claes soen, en van wijlen Johanna, diens vrouw, dochter van wijlen Jacop Colen, beloofd hadden te betalen, aan heer Cornelis van Balen, pater van dit convent, ten gunste van dat convent een erfcijns van 12 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Maria Tenhemelopneming uit een huis, erf, onbebouwd stuk grond en achterhuis in de Hynthamerstraet tussen het erfgoed van de weduwe van Henric, Jans zoen, en haar kinderen aan een zijde en het erfgoed van Peter van Haren aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het het gemeyn water, welk onderpand belast is met verscheidene cijnzen tot een bedrag van 15 gulden aan verscheidene (niet gespecificeerde) personen. De overdracht heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
  1. Heer Cornelis zal deze cijns mogen aflossen met een som ineens van 200 carolusgulden, de cijns van het jaar van aflossing en de eventuele achterstallige bedragen, maar hij moet deze aflossing een half jaar tevoren aankondigen.
  2. De zusters zullen na de dood van Luytgardis de cijns ten gunste van het klooster mogen behouden, daarvoor zullen de pater en alle leden van dit convent verplicht zijn op het jaargetijde een mis van requiem en een vigilie met 9 lezingen te houden voor Luytgardis en haar ouders en op de dag van haar begrafenis en het eerste jaargetijde zal gehouden worden 1 jaar na de begrafenis van Luytgardis, en op die dag zal aan de pater en de kloosterlingen ten behoeve van een pitancie van schoon broot, vlees, vis, of wijn de som van 6 carolus gulden.
  3. Indien deze cijns afgelost wordt zal de helft van dit bedrag weer geinvesteerd worden in een rente van 6 gulden voor die pitancie,
zoals Anna van Lith, priorin, Anna van Eyck, suppriorin, Marthia Thielmans, procuratrix, Margriet van Delft, Sweenken vanden Steen en Hillegondt van Diechden, oudste geprofeste zusters, van dit convent beloofd hebben.
Dorsaal:
  1. Wij pater, mater ende procuratrix des convents van Wymolenberch kennen dat wy op heden sevensten dach junij anno XVIc ontfangen hebben van Joncker ? van Campen die somme van twee hondert carolus gulden als die capitael penningen vanden chyns in desen brief gementioneert ende alsoe is dese rente van twelff carolusgulden hier mede gelost ? Oirconde onse namen hier onder gescreven, maent, jair, dach als boven, Broeder Nicolaus van Balen Suster Maria Heijm mater, Suster Claesken van Ravesteyn.
  2. Raeckende het huijs vanden Boeremouw.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze akte is ongeldig gemaakt.
Nummer: 1759

1565 december 29

Zegerus, Adriaens zoen, en Christophorus Spierincx, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus, zoon van wijlen Johannes, zoon van wijlen Nijcolaus Strick, zoon van wijlen Godefridus, aan Johannes, zijn broer, overgedragen heeft een erfcijns van 8 £ uit het huis, erf en hof in de Hinthamerstraat tussen het huis van de broeders van Sint Gregorius aan een zijde en tussen het erfgoed van Marcelius de Krieckenbeeck aan de andere zijde, welke cijns Philippus, zoon van Petrus Heeren, van Henricus, zoon van Woltherus vanden Hovel, op 22 oktober 1498 gekocht had en welke cijns aan Lambertus bij een erfdeling die onlangs gemaakt was, met sommige andere goederen afgestaan was.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1146

1566 januari 28

Willelmus die Borchgreve en Johannes vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Johannes Strick, Nicolaes zoen, aan Martinus, zoon van wijlen Gerardus, Wouters zoen, overgedragen heeft een erfcijns van 8 £ uit het huis, erf en hof in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van het huis van de fraters van Sint-Gregorius aan een zijde en het erfgoed van Marcelius de Krieckenbeeck aan de andere zijde, welke cijns Johannes, zoon van wijlen Johannes, van Lambertus, zijn broer, verkregen had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1499

1566 maart 19

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo quinto

Franciscus de Balen en Johannes vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Yewanus, zoon van wijlen Petrus Yewaenssoen de hoefsmit, als wettige echtgenoot van Anna, wettige weduwe van Johannes Reynerssen, inwoonster van de stad Den Bosch, daartoe gemachtigd door het testament van Johannes, en Anna aan Adrianus, zoon van Matheus de Groot, goudsmid, verkocht hebben een erfcijns van 8½ ryns gulden uit het huis, erf, hof en aangrenzend achterhuis in de Kerckstraet tussen het erfgoed van Henricus Zebertzoen aan een zijde en het erfgoed van Henrica, weduwe van Johannes die Wolff, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan de Hynthamerstraat, welke cijns Stephanus Want, zoon van wijlen Henricus Want, aan Andreas Want, zijn broer, ten gunste van hemzelf en ten gunste van Henricus en Anna, zijn kinderen en van wijlen Elisabeth, diens echtgenote, dochter van wijlen Arnoldus Karsmaker, verkocht had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1458A

1566 december 19

Bartholomeus Loeff en Johannes de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Goeswinus, Wouters soen, wonend in Tilborch, aan heer en magister Nycolaus, zoon van Petrus Vuchts, ten gunste van Petrus verkocht heeft een stuk land, gedeeltelijk akker, gedeeltelijk weide, 8 lopenzaat en 2 roeden groot, in de parochie Tilborch in de Commerstraet tussen het erfgoed van Petrus de Gestel aan een zijde en het erfgoed van Jacobus Henrici Berens aan de andere zijde, zich uitstrekkend tot aan die Gemeyn Herbaen, met als lasten een grondcijns van 1 stuiver min 1 obel aan de Heer van Tilborch en het onderhoud van de Veedyck.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1105

1567 juli 31

Ghysbrecht Heym en Goyaert Lombaerts, schepenen in sHertoigenbossche, oorkonden dat Jan vander Steghen en Jan van Lieberghen, als kerkmeesters van de Sint-Jan, daartoe gemachtigd door een akte van het stadsbestuur, beloofd hebben te betalen aan heer Peter Colen priester en kanunnik van de Sint-Jan, ten gunste van Maryke, dochter van wijlen Marcelis van Doirne, op het eerstvolgende feest van Sint-Petrus Banden na het verstrijken van 1 jaar 318 carolusgulden.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1106

1567 augustus 7

Schepenen en raad van sHertogenbossche oorkonden dat Johan vander Stegen Goessens, hun mederaadsheer en kerkmeester van de Sint-Jan, gezworen heeft dat hij geen goederen zal meenemen voorbij de tollen van Holland en Zeeland dan die welke van hemzelf, de kerk of diegenen die sinds jaar en dag poorters van die stad zijn.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1107

1567 augustus 7

Deze akte is vrijwel indentiek aan de voorgaande.
Er zijn 2 verschillen: Johan vander Stegen wordt hier Goessenszoen genoemd en het zegel ontbreekt.
Nummer: 1108

1568 juni 10

  1. Wy Prelaten, Edelen ende Steden vande Lande ende Hertochdomme van Brabant, representerende de drye Staten desselfs landts mitter daet te effectueren
  2. 't consent vande bede vande LXVen £ arlxt drye jaeren lanck gedaen tot behoeff vande betaelinge vande voertknechten gelegen hebbende opte frontieren by ons onser genaedichste Heere den Coninck als hertoge van Brabant
  3. gegunt opten Xen dach der maent van aprili inden jaere een ende tzestich voere Paesschen. Bekennen vercocht te hebbende ende vercoopen midts desen Joncker Philips van Doern tot Rode eenen erffelycke rente
  4. van 25 karolusgulden ... overmits dyen dat de voerseyde Joncker
  5. ... ons heeft uuytgereyckt die penningen hiernae verclaert die in de betaelinge nae uuytwys vande acte van de vorseyde consente zyn geemployeert te bekeeren te wetene in loopenen gelt (unde ?)
  6. hondert carolusgulden eens daraff wy ons houden wel vervuecht ende gecontenteert ende geloven elck van ons een voer al ende int bezunders de voirseyde jaerlycxe rente van 25 kar. gulden den voergenoemde
  7. coopere telcken her men jaere deen hellicht daer aff te geven ende te betaelen met gackbaeren gelde by handen Jacop Bacx, ontfangere vande drye Staten van Brabant int quartiere van Schertoegenbossche oft byden
  8. gheven die onser ontfangere int(selfde) quartier ten tyde vanden betaelinge zyn sal dair aff dierste h. jaere verschynen sal opten thiensten dach der maent van decembri naestcomende ende dandere opten thiensten
  9. dach der maent van junio daernaest volgende ende alzoe ... van jaere te jaere ... oft zesse weken nae elcken voergenoemde termyn ombegrepende Toeseggende en gelovende voerts den voernoemde
  10. coopere nu voertaene ter cause vanden voerseyde jaerlycxe rente van 25 karolusgulden vry quyte ende ongelast te houdende van allen bede ende subventien onser ... Coninck ...
  11. Ende oft zoe gebuerde ... dat die voerseyde betaelinge inder manieren voerseyde nyet niet en geschiede ende dat de voerseyde
  12. coopere oft actie van hem hebbende daeromme eenige coste ... hadde tzy vervolgen met rechte oft anderssins zoe geven wy den selve alle voergenoemde costen ...
  13. Ende om alle die voerseyde voerweerden ende geloeften ... getrouwelick tonderhouden ende te volbringen hebben wy verbonden ... midts desen ... onse naecomelingen elcken van dyen een voer
  14. al ende int bezundere onse ende der voirseyde onser ... naecomelinghen goede have ende erfve Iegewoirdich ende toecomenden van wat natueren oft waere die gelegen zyn voere alle heeren ende gerichten denselven
  15. ons ende onse goeden tot hueren bedwange ... ? om by hen totten onderhouden vande voerseyde geloeften realick ... bedwongen te wordden. Ende hebben ... gerenuncieert
  16. ... mits desen voer ons ende onser naecomelinghen allen exceptien ende beneficien die ons van rechts oft costuymen wegen tgen tgene des voerseyde is ennichsins zoude te bate comen
  17. als onder andere dan den dat die voerseyde penningen nyet en soude betaelt gelevert ende inde betaelinge als voere bekeert ende geemployeert wesen dat deen nyet en soude moegen geheyscht vervolght oft
  18. geexecuteert worden sonder dandere daer aff gesommeert te zyne. Alle respyten ende andere gracien oft brieven die wy van eenigen geestelycken oft weerlycke Heeren ... souden moegen vercrygen oft
  19. oyck zouden onser verzuecke by hen ons verleent somen moegen wordden hoedanich ende in wat formen ... gemaict souden moegen zyn. Daermede die voergenoemde geloeften eenichsins beleth
  20. oft verachteret souden moegen worden. Ende bezunder den rechte seggende dat generale renunciatien oft vertydenisse nyet genoech en is ten zy dat speciale voer gaen ende van allen anderen dingen die
  21. ons tegen die voerseyde geloeften souden moegen hulpen ende den voerseyde coopere die eenich achterdeel oft beleth doen. Met zulcke conditien ... dat wy oft onse ... gecommitteerden die voerseyde
  22. jaerlycxe rente altyt sullen moegen lossen ende quyten elcken carolusgulden met zesthiene der voergen. gulden ...
  23. ende metten rente die ten tyde vanden voergenoemde lossinge sal resteren ... metten achterstel ...
  24. Gegeven 10 juni 1568.
Zegel: licht beschadigd.
Nummer: 1709

1569 maart 3

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo octavo

Willelmus de Borchgreve en Franciscus de Haenenberch, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Matheus, zoon van wijlen Arnoldus Goidscalcx, aan Willelmus, zoon van wijlen Johannes Lambertssen, verkocht heeft de helft die hij bezat in een morgen hooiland in de parochie Roosmalen Opten Heesschen Roomput tussen het erfgoed van Nycolaus Theussen aan een zijde en het erfgoed van Petrus Willemssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Matheus Jacopssen tot aan het gemeenschappelijke water Die Weteringe met de lasten die op dat terrein liggen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1109

1569 december 30

Johannes vander Stegen en Godefridus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Laurentius, schout van Hildwarenbeeck, en Everardus de Laerhoven, inwoners van de vrijheid van Hildwarenbeeck, aan Gerardus Colen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd hebben te betalen 16½ mud rogge gedurende 4 jaar zonder onderbreking vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis en waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn vanaf dat eerstvolgende feest na het verstrijken van 1 jaar wegens de pacht van het derde deel van de tienden in de parochie Hildwarenbeeck.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1110

1570 februari 3

anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo nono

Willelmus die Borchgreve en Godefridus Loeff, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Johannes de Erpe, Yewanus Stierken, Theodericus Rover, Johannes de Ouden, Gerardus de Aa en Arnoldus Berwout, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1387 maart 16, (sabbato post dominicam qua cantatur Oculi, anno Domini millesimo tricentesimo octuagesimo sexto) gevidimeerd hebben.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte op de datum waarop die opgemaakt is.
Nummer: 1459

1570 juni 19

Arnoldus de Campen en Johannes de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus, zoon van wijlen Johannes die Bruyn, wettige echtgenoot van Catherina, dochter van wijlen Adrianus, zoon van wijlen Goswinus vanden Woude, natuurlijke zoon van wijlen Johannes vanden Waude, en diezelfde Catherina, weduwe van Ghysbertus Henrixssen de Zutphen aan Daniel, zoon van Catherina en wijlen Ghysbertus overgedragen hebben het vruchtgebruik van Catherina in het vierde deel van een zekere kamp, Die Schelle, en zijn rechten en afhankelijke goederen, zowel bestaand uit landbouwgrond, weiland, hopgrond en houtgewas in de parochie Schynle op de plaats Int Lieshout tussen de openbare weg aan een zijde en de gemene gronden aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Wilhem Bouwens tot aan het erfgoed van Adrianus Goessens.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1111

1570 juni 19

  1. Notum sit universis quod cum Nycolaus filius quondam Johannis die Bruyn tamquam maritus legitimus Catharine ... filie quondam Adriani filij quondam Goswini vanden Woude filij naturalis quondam Johannis vanden Woude relicteque ... Ghysberti Henrixssoen de Zutphen et ipsa Catharina cum eodem
  2. Nycolao suo moderno marito usufructum sibi Catharine competentem in una quarta parte cuiusdam campi terre dicti die Schelle ac suorum iurum et attinentijs tam arabilium pascalium hupalium lignecrescentium ... in parochia de Schynle ad locum ... Int Lieshout ...
  3. inter communem viam ibidem e.u.l. et inter communitatem ibidem e.a.l. ... leg. supportasset Danieli filio Catharine et quondam
  4. Ghysberti Henrixssoen de Zutphen predictorum et Henrico filio quondam Arnoldi die Bruyn marito ... Marie ... filie eorundem Catharine et quondam Ghysberti ... Constituti
  5. ... coram scabinis infrascriptis dictus Daniel ..., Henricus filius quondam Arnoldi die Bruyn, tamquam maritus ... dicte Marie filie eorundem Catharine et Ghysberti, dominus Christianus
  6. presbiter ac benefeciatus in ecclesia domini Johannis ... filius quondam Adriani de Schynle filij quondam Goswini vanden Woude Janssoen, Johannes filius quondam Theoderici die Greve tamquam maritus ... Gertrudis ..., Anthonius
  7. filius Petri de Erp, tamquam maritus ... legitimus ... Aleydis et Arnoldus filius Petri Arntssoen tamquam maritus ... Heylwigis ..., filiarum quondam Willelmi, filij dicti quondam Adriani, filij quondam Goswini vanden Woude pro se
  8. ipsis, dicti dominus Christianus, Nycolaus die Bruyn et Hubertus Arntssoen tamquam tutores ... Johannis, Zacharie, fratrum, Jacobe et Marie, sororum, liberorum impuberum dicti quondam Willelmi filij quondam Adriani Gossenssoen vanden Woude, dictus dominus Cristianus
  9. et Rodolphus Arntssoen tamquam tutores ... Rodolphi et Gertrudis sue sororis, liberorum quondam Leonardi filij dicti quondam Adriani filij dicti quondam Goswini vanden Woude per scabinos opidi de Buscoducis respective constituti et ordinati ysque nominibus potentes ad infra
  10. scripta ... dictum integrum campum ... cum suis iuribus et attinentijs ... dederunt ad a. et h.c. Wolthero filio quondam Boudewini
  11. Janssoen ... pro censu fundi 4½ grossorum antiquorum Domino de Boxtel annuatim prius ... solvendos ...
Nummer: 1710

1570 december 23

Arnoldus de Campen en Johannes Heijm, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Woltherus vanden Heseacker, aan Cornelia, dochter van wijlen Woltherus Moijaerts, uit Sint-Geertruidenberg, een erfcijns van 3½ carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Kerstmis over een jaar uit een stuk weideland, 10 lopenzaat groot, in de parochie Oisterwyck op de plaats Udenhout in Die Biesmortel tussen het erfgoed van het convent van de karthuizers in Vucht aan een zijde en het erfgoed van Waitherus Peterszoen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Gerardus vanden Pas tot aan het erfgoed van de verkoper.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1112